2015/12/07

Mini-maçonniek-museum

Zucht van verlichting: de verdediging van het proefschrift is achter de rug. Het is nog lang nagenieten van alle goede wensen, foto's en het gezellige weerzien met oude vrienden. Voor iedere promovendus is zo'n dag een bijzondere ervaring, maar vast niet iedere promovendus ontvangt daarbij zo'n bijzonder cadeau. Cirque de Pepin ontwierp speciaal voor deze gelegenheid een draagbaar 'vrijmetselaarsmuseum', waarin de fantasiewereld van deze Haagse kunstenaar én alle thema's uit het proefschrift prachtig samenkomen.



Kist met inhoud. Ontwerp: Cirque de Pepin, Den Haag. Fotos: Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag.
Het cadeau kreeg de vorm van een kistje, geïnspireerd op 19de-eeuws Japanse lakdozen met maçonnieke tableaus. In plaats van de Tempel van Salomo staat hierin een geleerde uil als symbool voor de wetenschapper centraal. Op de onderzijde prijkt een dodo, een persoonlijke mascotte die ook in het proefschrift zijdelings voorbij komt. De kist behelst bovendien drie kleinere voorwerpen, waarin de symboliek van de vrijmetselarij is vermengd met Aziatische motieven. Een blauw-witte kom, geïnspireerd op Chinees exportporselein, waarin het uiltje opnieuw opduikt. Een koddige dodo in kleuren, die verwijzen naar imari porselein. Een schootsvel, opgerold in Chinese papier, zoals een vrijmetselaar dat vermoedelijk in zijn reiskist mee naar Azië nam. Op de kolommen prijken 'lange lijzen'.

Dodo, kom en schootsvel. Ontwerp: Cirque de Pepin. Foto's: Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag. 
Detail van de onderzijde van de kist. Ontwerp: Cirque de Pepin. Foto: Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag.
Daarmee was de koek echter nog niet op. Cirque de Pepin portretteerde ook de promotor, co-promotor en promovenda in een drieluik. Ieder van hen ontving zijn/haar eigen portret, geïnspireerd op Daguerrotypieën en exportporselein. Zo weerspiegelen de drie delen hun gezamenlijke reis door de tijd naar Azië. 

De Legendarische Hoogleraren I en II, en De Promovendus. Ontwerp: Cirque de Pepin. Foto's: Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag.
Verder kregen de hoogleraren van de oppositiecommissie als dank voor hun sympathieke vraagstelling ('we're not here to praise Ceasar, but to bury him') een speciaal flesje Vry Metselaar's Kruyt van Van Kleef 1842, met een etiket naar een prent van Hogarth. Deze prent werd in het proefschrift geïdentificeerd als een referentie aan een tafelloge. (Helaas voor vrijmetselaren: het flesje is niet in de handel.)

Etiketontwerp van Cirque de Pepin.
Achteraf begrijp ik dat er (hoe toepasselijk!) een aantal 'secret meetings' met de kunstenaar heeft plaatsgevonden. Is het niet een beetje zorgelijk dat mijn vennoot in K&WH er zo goed in geslaagd is dit snode cadeauplan volkomen voor mij verborgen te houden? Wat voorspelt dat voor de zakelijke samenwerking? Genoeg gegrapt, ik ben superblij met dit mooie aandenken en in één klap beginnend collectioneur. Dank aan Pepijn, de paranimfen en alle lieve samenzweerders voor hun gulle bijdragen aan dit geweldige cadeau! xxx Andréa.

Meer info over Cirque de Pepin: 
http://pepijnvandennieuwendijk.com.
https://nl-nl.facebook.com/pepijn.vandennieuwendijk
https://www.flickr.com/photos/pepijn-van-den-nieuwendijk/

Dodo of geen dodo?

'Bij zon en maan, wind en regen, kom je leuke dingen tegen', zo stond in de jaren 70 in de Nederlande editie van Dr. Seuss leesboekjes. Het spreukje gaat zeker op bij archiefonderzoek, waarbij je soms leuke dingen vindt die helemaal niets met je onderzoeksonderwerp te maken hebben. Zo kwam Andréa Kroon bij haar onderzoek in 19de-eeuwse vrijmetselaarsarchieven uit Semarang (Java), in verder doodserieuze notulenboeken, in een kantlijn een klein schetsje tegen van een vogel. Op het eerste gezicht dacht ze: een dodo! Zoals trouwe bloglezers weten, heeft K&WH namelijk iets met dodo's. In de 19de eeuw was dat beest echter allang uitgestorven, dus is dit niet 'wishful thinking'? Deze doodle zou natuurlijk ook een artistiek minder geslaagd portret van een Javaanse vogel kunnen zijn, of gewoon een 'mislukte' kip of duif.

Schets in archief van loge La Constante et Fidèle, Semarang, ca. 1815. Collectie: CMC 'Prins Frederik', Den Haag. Foto: Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag.
Zoals Andréa in haar recent voltooide proefschrift schrijft, was er in de 18de en 19de eeuw een druk verkeer tussen de verschillende vrijmetselaarsloges langs de handelsroute om de Kaap naar Azië. Uit visiteurenboeken van loges op Java blijkt dat zij regelmatig werden bezocht door Franse vrijmetselaren van Mauritius, die in militaire dienst of een handelsfunctie de wereld afreisden. De dodo had rond 1815, van welk jaar de bewuste notulen dateren, al iets van zijn legendarische status. De vogel werd afgebeeld door natuurhistorici, die het nog altijd niet precies eens zijn over zijn uiterlijk. Je kunt je goed voorstellen, hoe een logelid uit Mauritius in een pauze aan zijn 'Broeder' in Semarang heeft willen uitleggen, welke vreemde vogels vroeger op zijn eiland zwierven. Zou het dan toch een dodo zijn? We zijn benieuwd naar de mening van lezers, reageer gerust.

Schetsen uit het scheepsjournaal van De Gelderland,
begin 17de eeuw. Collectie: Nationaal Archief, Den Haag.
Foto: Wiki Commons.