2014/01/09

Zus Verstijnen (1898-1988) en Maatschappij Zandbergen

In het begin van de 20ste eeuw was het nog gebruikelijk om een meisje dat in een gezin met jongens geboren werd eenvoudig ‘Zus’ te noemen. Dat werd dan ook de roepnaam van Theodora Engelbertha Antonia Francisca Henriëtte Verstijnen (1898-1988), toen zij als nakomertje in het gezin van Engelbert Verstijnen en Antonia van de Wall geboren werd. Zij was een zuster van kunstschilder Henri en notaris Frans, waarover we al eerder een blogpost schreven. Deze Zus moet een pittige tante zijn geweest. Vermoedelijk vanwege de grote generatiekloof kwam ze regelmatig in conflict met haar bejaarde ouders. Ze kon zich niet vinden in de verwachtingen die na 1900 nog aan een welgesteld meisje werden gesteld, wilde niet trouwen en afhankelijk zijn van een man. In plaats daarvan koos ze voor een zelfstandig en alleenstaand leven.

Henri Verstijnen (1882-1940), portret van Zus Verstijnen, potloodtekening, 1917. Foto: Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag.
Zus in liep in 1919 van huis weg. Ze werd opgevangen in het Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam, waar ze vervolgens werd opgeleid tot verpleegster. Daarnaast had ze literaire aspiraties. Zo schreef ze verhalen en dromerige gedichten, waarvan in 1922 een drietal is gepubliceerd in Elseviers Geïllustreerd Weekblad, waaronder:
ZOOALS EEN BLOEM
Zooals een bloem, als alle lichten dooven,
zacht vouwt de blaren boven 't zonnehart,
dat draagt heèl stil het goud vanuit den dag,
Zooals een bloem, als alle lichten dooven,

Zoo bergt mijn hart, waar zooveel stralen kwamen,
in zich herin'ring aan zijn lichtste uur
en vouwt de dagen van het verder leven
er stil en heel voorzichtig over samen.
Haar inzendingen aan De Gids werden echter door Richard Ronald Holst afgewezen en vermoedelijk gaf ze het daarna op. Wel correspondeerde ze met auteurs als Bonny C. Elisabeth de Graaf-Boukema (Elisabeth Cheixaou, 1907-1997) en Antoinette (Tony) Schottelius-de Ridder (1886-1971).
In 1924 vond Zus een betrekking bij de Maatschappij Zandbergen in Amersfoort. Dit instituut was in 1874 opgericht als 'Maatschappij tot opvoeding van wezen in het huisgezin' en daarmee een voorloper van de huidige jeugdzorg. Het breidde het aandachtsgebied uit van wezen naar ‘ongewenste’ kinderen, waaronder kinderen van gescheiden of geëmigreerde ouders, en kinderen met een handicap of gedragsprobleem. Het Algemeen Handelsblad vermeldde:
Er is een aanvang gemaakt met den bouw van een Tweede Tehuis, bestemd voor de kleinere kinderen van de Maatschappij „Zandbergen". Dit Tehuis komt te staan aan de Scheltemalaan [7, De Korhoen] te Amersfoort. Het zal ruimte bieden voor 25 kinderen en onder leiding staan van mej. N[eeltje] Hoekstra en zuster Th[eodora] Verstijnen. De open plaatsen worden ook voor andere opvoedingsinstellingen beschikbaar gesteld. Reeds thans is in een paar kleinere huizen op hetzelfde terrein een tijdelijk Tweede Tehuis ingericht. [AH, 29-3-1924]
Zus, of ‘tante Theo’, zoals ze door de kinderen werd genoemd, kreeg uiteindelijk de leiding over een Het Treeker Bergje, een afdeling van Zandbergen aan Leusdenscheweg 302. Hier werden jonge kinderen ondergebracht die speciale geestelijke of lichamelijke verzorging nodig hadden. De leiding was destijds in handen van directeur Jhr. W.A. Ortt (1868-1946), familie van de meer bekende christen-anarchist, auteur en spiritist Felix Louis Ortt (1866-1956), die weer docent aan Zandbergen was.
In 1933 werd Ortt opgevolgd als directeur door oud-bewoner Daniël Quirijn Robert Mulock Houwer (1903-1985), een belangrijke figuur in de ontwikkeling van de kinderbescherming. Uit brieven van Henri Verstijnen uit deze periode, blijkt dat hij en Zus samen een plan voor een nieuw kinderhuis hadden:
Tante Zus was vandaag hier om te praten over haar verhuisplannen en opbouw van een nieuw kinderthuis. Door bemiddeling van diverse menschen die veel voor haar idee voelen zal er nu een nieuw speciaal huis in Bilthoven worden gebouwd door een architect die eveneens veel er voor voelt, de noodige gelden zullen bijeengebracht worden, toezegging voor opneming van een aantal kinderen, mede door tusschenkomst van “Zandbergen” is al gedaan. Kortom, de zaak is al vrijwel in orde. Het huis komt te staan te midden van een sparrenbosch, met uitzicht op de wijde heide! Ideaal! 
Last not least ben ik van plan daar te gaan wonen voor + 5 maanden v/h jaar. Een atelier wordt er bij gemaakt op zolder, de heele zolder wordt voorzien van bovenlicht, zoodat deze eventueel voor tentoonstellingzaal kan worden ingericht. (…) Het lijkt een sprookje, dat werkelijkheid gaat worden! (…) Het komt mij voor alsof de tijd rijp begint te worden voor de verwezenlijking van mijn jeugddroomen van wonen op de hei en in een bosch. Het doel is, behalve schilderen, ook te helpen met psychologische gevallen, enfin, meer direct mee te werken voor en in ’t belang van anderen. - mijn hartewensch. (…) Ja dat huis en die tuin van Zus is iets heel aparts. – er gaat iets uit van ons ideaal. ’t Broederschapsideaal – en doet het verlangen om het in bezit te houden, tot een begeerte groeien. [Brief Collectie C. Leopold]
Zus Verstijnen, 1918.
Collectie C. Leopold, Amsterdam.
Zus was, net als Henri, overtuigd vegetariër en had grote interesse in spirituele zaken, waaronder astrologie, spiritisme en theosofie. De familie Verstijnen bewoog zich in intellectuele kringen, waarin veel belangstelling was voor nieuwe, idealistische stromingen, waaronder verenigingen voor vegetarisme, anti-vivisectie, dierenbescherming, lijkverbranding (crematie), vrouwenemancipatie, pacifisme, arbeidersrechten en theosofie. Juist de welgestelde burgerij werd in het begin van de 20ste eeuw lid van dergelijke stromingen en gaf vanuit een positieve, wereldverbeterende visie steun aan charitatieve initiatieven. Niet alleen Zandbergen, ook de Haagse Kessler Stichting (daklozenopvang) kon op steun uit deze kringen rekenen.

In 1935 kreeg Zus de leiding over kinderhuis ‘T Beloofde Land aan Baarnscheweg 43 in Den Dolder. Hier werd een tiental kinderen opgevangen, en ook Zus’ bejaarde vader verpleegd. Ze publiceerde in deze periode een kinderboekje: Huibjes tocht met Sinterklaas, geïllustreerd door L. Wenckebach (Leesgraag boekjes nr. 90, uitg. L.E. Frankena, Hilversum). Haar broer Henri was inmiddels in slechte gezondheid en kwam in 1940 te overlijden, zonder hun utopische plan voor de leefgemeenschap met atelier in het bos te kunnen verwezenlijken. Het is nog onduidelijk hoe het Zus tijdens en na de Tweede Wereldoorlog is vergaan. In 2014 viert Zandbergen, nu onder de nieuwe naam Youké, haar 140-jarig jubileum. Mogelijk zal onderzoek in het omvangrijke stichtingsarchief nieuwe informatie opleveren.

Oproep: heeft u Zus nog gekend, of bent u in het bezit van foto’s, brieven of andere relevante informatie? Laat het ons weten, Reacties worden vertrouwelijk behandeld en zijn welkom op audrey[at]kroonwagtberghansen.nl.