2013/10/16

Hekserij

Helemaal into Halloween? In de Scottish National Gallery of Modern Art is nog t/m 3 november 2013 de tentoonstelling Witches & Wicked Bodies te bezichtigen. Centraal in de tentoonstelling staat 500 jaar verbeelding van heksen en hekserij in de kunst. Te zien zijn niet alleen de klassieke afschrikwekkende wijven uit het werk van Albrecht Dürer en Heinrich Füssli, maar ook de dodelijk-aantrekkelijke verleidsters van Pre-Raphaëliete kunstenaars zoals John William Waterhouse, en meer recente interpretaties van moderne kunstenaars.

'Wein, Weib und Gesang'

Lawrence Alma-Tadema,
Autumn
, 1877,
Birrmingham Museum & Art Gallery.
In het Bucerius Kunst Forum is onlangs de tentoonstelling Dionysos. Rausch und Ekstase geopend.
Dionysos (ook bekend als Bacchus bij de Romeinen) is een van de meest beruchte Griekse goden, vooral bekend om de vermeende uitspattingen van zijn volg(s)ters. Diverse mysteriën en ritualen werden aan hem gewijd, al zijn onderzoekers het er nog niet over eens wat die nu precies inhielden. In de tentoonstelling worden de vele visuele interpretaties, van sensuele natuurgod tot slempende wijngod, prachtig naast elkaar gezet.

Dionysos en zijn satyrs kwamen onlangs ook aan bod in de tv-serie Atlantis van de BBC die - net als Merlin hiervoor - een (zeer vrije) herinterpretatie van de klassieke mythen geeft voor een jeugdig publiek. Hercules is een domme dronkaard, Jason de held tegen wil en dank en Medusa heeft haar slangenkapsel nog niet.

2013/09/06

Indisch erfgoed bekijken tijdens het Open Monumentenweekend


Detail van het plafond van de Regentenkamer met wapen van
Makassar. Foto: Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag.
Naar aanleiding van het erfgoedproject Sporen van Smaragd kregen we veel vragen van belangstellende over de mogelijkheid om historische panden met een Nederlands-Indisch verleden te bezoeken. Daarom geven we u graag enkele tips mee voor het Open Monumentenweekend 2013.

Op zaterdag 14 september is de Regentenkamer in het voormalige Ministerie van Koloniën aan het Plein - voor het eerst - in het kader van Open Monumentendag te bezichtigen door het publiek. Het voormalige ministeriegebouw, nu onderdeel van de gebouwen van de Staten Generaal, werd in 1860 gebouwd door architect W.N. Rose (geboren te Cheribon). Het rijkversierde interieur van de Regentenkamer, de toenmalige vergaderzaal van de verantwoordelijke minister, werd uitgevoerd in neostijlen en is enkele jaren geleden gerestaureerd. De decoratie weerspiegelt het werkterrein van het ministerie in Nederlands-Indië. Zo zijn in het plafond de wapenschilden van Batavia, Tegal, Makassar en Soerabaja opgenomen. Verder hangen in deze ruimte de portretten van alle opeenvolgende gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië.
Kortom, een unieke kans om deze bijzondere ruimte eens van dichtbij te zien. NB: Op 14 september kan men zich aanmelden voor toegang via Lange Poten 4.

Interieur van de Regentenkamer.
Foto: Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag.
Ook een klein aantal andere gebouwen met een historische band met Nederlands-Indië zijn op 14 en/of 15 september toegankelijk: Kneuterdijk 1, het voormalige kantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij; Zuid-Hollandlaan 7, kantoorgebouw Petrolea van de Nederlandsche Koloniale Petroleum Maatschappij (beter bekend als De Rode Olifant); en Laan van Meerdervoort 7f, het kantoor van de Bond van Eigenaren van Nederlands-Indische Suiker Ondernemingen (nu onderdeel van de Mesdag Collectie).

Informatie over de vele andere deelnemende locaties in de Hofstad, het jaarthema ‘Macht en Pracht’, de openingstijden en de georganiseerde publieksactiviteiten is te vinden in een brochure van de afdeling Monumentenzorg. U kunt de brochure downloaden via deze link. Alvast veel plezier gewenst bij het verkennen van historisch Den Haag!

2013/08/14

Artis ontvangt kunstcollectie Verstijnen

H. Verstijnen in zijn atelier aan Badhuiskade 10.
Collectie: A. Wagtberg Hansen.
Beeldend kunstenaar Henri Verstijnen (1882-1940) begon zijn carrière rond 1900 als ceramiekontwerper. Hij werkte vervolgens als karikaturist voor De Groene Amsterdammer. Bij het grote publiek was hij geliefd om zijn karikaturen van dieren met menselijke trekken. In zijn vrije werk specialiseerde Verstijnen zich in afbeeldingen van (exotische) dieren. Zo tekende en schilderde hij graag tijgers, apen, leguanen, pauwen en tropische vissen. Ook exotische planten, zoals bloeiende nachtcactussen, komen in zijn oeuvre regelmatig voor. Verstijnen ontleende hiervoor inspiratie aan zijn jeugd in Nederlands-Indië en aan bezoeken aan verschillende Europese dierentuinen. Vanaf 1917 tot zijn dood woonde en werkte hij in Den Haag, waar hij vaak in de plaatselijke dierentuin te vinden was. Ook kwam hij regelmatig in Artis in Amsterdam en was hij bevriend met A.F.J. Portielje (1886-1965), zoon van een drukker en auteur van de bekende Verkade-albums.

H. Verstijnen, 'Koud' (maraboutje).
Collectie: A. Wagtberg Hansen.
Verstijnen probeerde de natuur niet alleen weer te geven zoals hij deze met het blote oog zag, maar ook vanuit een vergeestelijkt perspectief. Vanuit zijn theosofische levensvisie trachtte hij de essentie van de natuur, de onzichtbare kern of ‘ziel’ van plant en dier te verbeelden. Zoals een recensent in het NRC opmerkte in 1929, zijn Verstijnens dierafbeeldingen daardoor veel meer dan momentopnames uit het leven in een dierentuin: '[...] het meeste bezit heel sterk een eigen karakter, dat zich kenmerkt door scherpe typeering, die het markantste van ieder dier accentueert. Daardoor zijn de teekeningen en schilderijen geen studies uit Artis, maar samenvattingen van het kenmerkendste in ieder dier [...].'
Verstijnen maakte graag een echt portret van een dier, waarin hij - net als in een mensportret - het karakter of de essentie van de geportretteerde trachtte te vangen. De dieren in zijn schilderijen kijken de toeschouwer vaak recht aan, met een bijna menselijke uitdrukking en ‘bezielde’ blik. Vanuit zijn ervaring als karikaturist kon hij de fysiek van dieren subtiel manipuleren, zodat hun trekken iets menselijks kregen en de toeschouwer een emotie of zielsverwantschap in hun blik meende te ontdekken. Met zijn verfijnde technieken bereikte hij een haast onwerkelijke ‘verscherping’ van het beeld, een werking die uitgaat van de textuur van veren of schubben, de dromerige omgeving (boven of onder de zeespiegel) en de glans of gladheid van het oppervlak van het doek.

H. Verstijnen, Harpijarend, collectie Drents Museum,
afgebeeld op de omslag van de monografie
over de kunstenaar (Waanders, 2006).
Soms ging Verstijnen nog een stapje verder, en tekende hij fantasiedieren. Deze zijn te vinden in hele kleine schetsontwerpen voor de Société Céramique te Maastricht, maar ook in pastels van fantasielandschappen en prachtig uitgewerkte tekeningen van de 'Fabelvogel Rock'. Zijn levendige fantasie maakte hem ook een goede illustrator van kinderboeken en jeugdtijdschriften. Bekend van zijn hand zijn onder meer de illustraties voor Peter Pan in den Wondertuin (1929) en Kantjil, het dwerghertje (1936).
In 2006 schreef K&WH voor het Drents Museum in Assen een monografie over deze boeiende kunstenaar. Hierin zijn veel werken uit familiebezit afgebeeld, die enige jaren eerder aan het museum waren geschonken. Meer recentelijk zijn 155 andere werken uit de collectie van de kleindochter van de kunstenaar, illustratrice Céline Leopold, geschonken aan Artis.

2013/06/20

De geur van verderf


Laudanum,
design & lettertype door Carl Ryatt
.
Waar Twitter al niet goed voor is. Vorige week zagen we een tweetje voorbij komen van een vakgenote in Engeland, een kunsthistoricus die het fenomeen geur onderzoekt. Zij vroeg zich af hoe laudanum - een in de negentiende eeuw zeer populair opiaat dat werd voorgeschreven als slaapmiddel, pijnbestrijder en kalmeringsmiddel - zou hebben geroken. Bij het horen van dit woord gaan de ogen van liefhebbers van de kunst en cultuur van het fin-de-siècle glimmen, aangezien zoveel dames in die periode vervuld van frustratie of ennui hun troost zochten in dit verslavende goedje om daarin slechts hun ondergang aan te treffen. Laudanum roept bovendien bij nuchtere onderzoekers allerlei geheime verlangens op naar een decadente tijd van corsetten, pluche en pauwenveren, naar een opiumroes die zij zelf nooit zullen ervaren. Het veroorzaakt bovendien een hebberigheid naar zo'n flesje met een oud etiket dat zij ooit nog eens op een rommelmarkt hopen te vinden.
Een interessante vraag dus. We vonden het antwoord in Handleiding tot de vergiftleer, ten gebruike bij het onderwijs aan 's Rijks Kweekschool voor Militaire Geneeskundigen uit 1856. Hierin wordt beschreven waaraan je het goedje kunt herkennen:

Laudanum liq. S. Daarvoor bezigt men dezelfde reactieven als opium zelf. Men lette daarboven op den aromatischen geur der kruidnagelen en van het kaneel, en op de gele vlekken die het veroorzaakt, afkomstig van den saffraan. Deze vlekken zijn van overeenkomstige verkleuringen der huid, door salpeterzuur en tinctura jodii voortgebracht, spoedig te onderscheiden door ammonia (laudanum vlekken worden daardoor niet veranderd, andere wel). 

Met andere woorden: de geur van laudanum was een beetje te vergelijken met die van speculaas, de genoemde kruiden waren destijds kostbaar. Gezien de populariteit van het Oriëntalisme in de kunst van de betreffende periode, is het eigenlijk niet verwonderlijk dat dit opium-tinctuur een luxe, exotische geur meekreeg. Ongetwijfeld waren al die kruiden voornamelijk bedoeld om de oorspronkelijke smaak of geur te maskeren, het zal in werkelijkheid best een vies of bitter goedje zijn geweest. Heeft iemand meer informatie, dan horen we het graag.
Hoezeer laudanum nog tot de verbeelding spreekt blijkt wel uit het prachtige vintage lettertype, dat grafisch vormgever Carl Ryatt hiernaar recentelijk vernoemde (zie afbeelding). Meer hierover is te vinden in een interview met deze vormgever op Graphicdesign.com.

2013/06/12

Mondain Den Haag



In het Haags Gemeentearchief is het alleraardigste tijdschrift Mondain Den Haag te vinden. Dit berichtte van 1928 tot circa 1931 over het leven in de Hofstad en haar badplaats. In het nummer van 9 augustus 1929 lazen wij het volgende gedichtje van ene 'Minstreel':

Welkom, Vreemdeling

De glorie van Die Haghe,
Is weer eens rijk omkranst,
Haar schone reputatie,
Wordt schitterend beglansd,
Wij Hagenaren droomden,
Van onze stad gestaag,
Dat zij eens zoude wezen,
De wereld-stad Den Haag.

Wij zijn nu polyglottisch,
En internationaal,
Een wereld-centrum wezen,
Dat is ons ideaal,
Dat aller oogen kijken,
Naar onze eigen stad,
Dat is de roem en glorie,
Daarop gaat ieder prat.

Nu komen hooge oomes,
Van heinde en van ver;
Wij Hagenaren krijgen,
Weer dubbel hevig air,
Weest welkom, vreemdelingen, 
Wij groeten u met vreugd,
Zijn over uw verschijnen,
Ten hevigsten verheugd.

Aanschouwt hier onze veste.
Ons Bosch, ons strand, de zee,
En brengt bij uw bagage, 
Ook flink wat duiten mee,
Gij kunt hier veel genieten,
En wij zijn zeer coulant,
De mannen zijn zeer minzaam,
De dames zijn charmant.

Misschien vindt gij ons somtijds,
Een tikje stijf, antiek,
Gij moogt gerust u uiten,
In minzame kritiek,
Wij loopen niet op klompen,
Gaan zonder Marker broek,
Wij hebben kaas en boter,
En Deventersche koek.

Wij willen graag mondain zijn,
En doen althans alsof,
Maar deftig is het altijd,
Op 't oude Binnenhof,
Wij zullen voor u zorgen,
Voor geest en hart en maag,
Put gij vooral uw wijsheid,
Uit ons 'Mondain Den Haag'.

2013/05/24

Juwelenregen


Op 22 mei nam wethouder Rabin Baldewsingh in het Bengkel-Theater van de Tong Tong Fair het eerste exemplaar in ontvangst van de publicatie Sporen van Smaragd. Indisch erfgoed in Den Haag, 1853-1945. Na drie jaar een van de leukste onderzoeken naar de stadsgeschiedenis uit onze loopbaan te hebben mogen verrichten voor de afdeling Monumentenzorg van de Gemeente Den Haag, ligt daar dan eindelijk het boek. Toch wordt daarin slechts het topje van de spreekwoordelijke ijsberg besproken. We hebben inmiddels een bestand opgebouwd met een kleine 2.000 relevante locaties in Den Haag die getuigen van de band met voormalig Nederlands-Indië, dus het was moeilijk - erg moeilijk - om hieruit een selectie van enkele tientallen, meest representatieve voorbeelden te maken. Het is een bonte, boeiende mix geworden.

Interieurdecoraties van overheidsgebouwen waren in de 19de eeuw gericht op het uitstralen van gezag over de kolonie, terwijl internationale bedrijven door middel van geveldecoraties aan consumenten de boodschap gaven dat zij ook in Nederlands-Indië voor hen klaar stonden. In de luxe villa’s van repatrianten werden herinneringen aan Indië vervat in een Javaanse naam, gevelsculptuur of glas-in-lood. In Indië geboren architecten kozen vaak voor de strakke belijning van de Nieuwe Haagsche School, terwijl in de onopvallende woonhuizen van kunstenaars en auteurs culturele uitwisseling in de praktijk plaatsvond. Rond 1900 schoten toko’s als paddenstoelen uit de grond, en ontmoetten migranten elkaar in verenigingsgebouwen.
Architectuur hangt dus samen met gemeenschapsvorming. Monumenten hebben niet alleen een bouwhistorische waarde; ze zijn een weerspiegeling van de sociale, culturele of religieuze context waarin ze tot stand zijn gekomen. Daarom besteedt dit boek niet alleen aandacht aan panden met bijzondere Indische kenmerken, maar ook aan de voormalige eigenaars en bewoners. De gevels en interieurs weerspiegelen hun identiteit, ambities en herinneringen. De publicatie Sporen van Smaragd brengt de materiële neerslag van de uitwisseling tussen Oost en West in beeld, die zowel positieve als negatieve aspecten heeft gekend.

Iedereen blij met het boek! 

Foto: Ebbert Olierook, Museon.

Om het feestje compleet te maken, wordt het boek begeleid door twee tentoonstellingen en een symposium. De tentoonstelling in het Atrium van het Haagse stadhuis volgt de thematische indeling van het boek en laat de mooiste foto's tot hun recht komen in de grote lichtbakken. De tweede tentoonstelling in het Cultuurpaviljoen van de Tong Tong Fair verbindt de 'sporen' van de 'Gordel van Smaragd' in het historische en hedendaagse stadsbeeld met elkaar. Deze expositie is bijzonder vormgegeven als een kleine 'stad' door grafisch ontwerpster Meta Menkveld, met wie we met veel plezier hebben samengewerkt. Hierin wordt ook aandacht gevraagd voor 'Een onvergetelijk evenement': de Indische Tentoonstelling van 1932 in het Westbroekpark, waarvan dankzij medewerking van het Instituut voor Beeld en Geluid te Hilversum unieke filmbeelden te zien zijn. De productie van deze expositie werd verzorgd door het Museon, wat heel toepasselijk is omdat haar voorloper, het Museum voor het Onderwijs, ook nauw bij het evenement van 1932 betrokken was. 

Impressie van de stand met expositie in het Cultuurpaviljoen.
Foto: Ebbert Olierook, Museon.
K&WH is regelmatig in de informatiestand over het project aanwezig, dus kom gerust bijpraten. Ondertussen genieten ook wij en het team van Monumentenzorg afentoe van een tjendol en al het andere dat de Tong Tong Fair te bieden heeft, en pikken we een boeiende lezing mee in het Bibit-Theater. Op 31 mei wordt de projectpresentatie in datzelfde theater afgesloten met een symposium rond het thema Gedeeld Erfgoed - Shared Heritage. Haags-Indische monumenten als getuigen van culturele uitwisseling, 1853-1945, waarvoor zich inmiddels al meer dan 150 deelnemers hebben aangemeld. Meer informatie over het programma is hier te vinden; aanmelden kan nog t/m 27 mei via info@sporenvansmaragd.nl.

Graag geven we lezers de slotzin van het boek mee: 'De titel van het project refereert aan de "sporen" van de "Gordel van Smaragd". Die zijn als een juwelenregen over de stad verspreid. Dit gedeelde erfgoed verdient het om herontdekt en gekoesterd te worden'. 

2013/04/22

Presentatie 'De Indische stad'


De stadskaarten liggen klaar om uitgedeeld te worden...

De Regentenkamer in het voormalige ministerie van Koloniën aan het Plein 1 in Den Haag, was ooit de vergaderruimte van de verantwoordelijke minister. Het historische interieur herinnert aan de band met voormalig Nederlands-Indië. Zo zijn de portretten van alle gouverneurs-generaals in lijsten gevat en zijn in het plafond de wapens van Batavia, Soerabaja, Makassar en Tegal aangebracht. Het gebouw dateert uit 1860, toen het werd gebouwd naar ontwerp van architect Nicolaas Rose, zelf geboren te Cheribon.

Aanwezigen bewonderen de
plafondschilderingen.
Op deze schitterende locatie werd op 22 april 2013 De Indische stad gepresenteerd, een stadskaart waarmee zowel te voet als virtueel langs Haags-Indisch erfgoed gewandeld kan worden. Na een korte inleiding over het erfgoedproject Sporen van Smaragd door Henk Ambachtsheer, hoofd van de afdeling Monumentenzorg, kreeg wethouder Rabin Baldewsingh het woord. Hij overhandigde het eerste exemplaar van De Indische stad aan Marcel Timmer van Microsoft Nederland, omdat bij de ontwikkeling van deze bijzondere stadskaart gebruik is gemaakt van de Microsoft Tag app. Vervolgens gaf grafisch ontwerpster, Meta Menkveld, een toelichting op de totstandkoming van de kaart. 

Marcel Timmer 
bewondert
De Indische stad.
Menkveld ontwikkelde tijdens haar studie (na een toevallige ontdekking) een nieuwe variant op de QR-code. Iedereen kent al de abstracte vierkantjes die met een smartphone worden gescand om informatie te ontsluiten. Menkveld ontwierp echter scanbare illustraties, waardoor de informatie die in de code is opgeslagen ook een visueel zeer aantrekkelijke vorm heeft gekregen.
Speciaal voor het project Sporen van Smaragd ontwierp zij scanbare icoontjes met typisch Indische voorstellingen, zoals een wajangpop, een Balinese danseres en een Minangkabaus huis. Deze zijn verwerkt in de stadsplattegrond en kunnen met de smartphone app worden gescand om meer informatie over locaties met een Nederlands-Indisch verleden te ontdekken.

Meta Menkveld licht
het ontwerp toe.
K&WH maakte in opdracht van Monumentenzorg de selectie van historische locaties, die in de nieuwe stadskaart worden belicht. Het resultaat van de prettige samenwerking met Menkveld is een kaart die vanwege het kleine, gevouwen formaat gemakkelijk mee te nemen is tijdens een wandeling, en tegelijkertijd voor geïnteresseerden in grafisch design een uniek verzamelobject vormt! Meer informatie is te verkrijgen via info@sporenvansmaragd.nl.

2013/03/06

Symposium over Haags-Indische monumenten

De culturele uitwisseling tussen Nederland en haar voormalige overzeese gebiedsdelen heeft een rijke materiële cultuur voortgebracht. De bewaard gebleven bouwwerken zijn van belang voor de architectuurgeschiedenis, omdat ze blijk geven van een bijzondere vermenging van westerse en oosterse stijlen, en hebben tevens een belangrijke educatieve functie, omdat ze aan zowel positieve als negatieve aspecten van de koloniale periode herinneren. De zorg voor dit ‘gedeelde erfgoed’ (shared heritage) valt onder het aandachtsgebied van Monumentenzorg.

Kneuterdijk 1, voormalig gebouw Nederlandse Handels-Maatschappij, gevelreliëf  Foto: Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag.
Den Haag is een belangrijk voorbeeld van een stad, die door haar eeuwenlang deelname aan internationaal verkeer een multicultureel karakter heeft gekregen. Vooral de historische band met voormalig Nederlands-Indië, de ‘Gordel van Smaragd’, heeft haar sporen in het stadsbeeld achtergelaten. Dit gedeelde erfgoed werd recentelijk geïnventariseerd in het project Sporen van Smaragd door de afdeling Monumentenzorg van de Gemeente Den Haag in samenwerking met het Haags Historisch Museum. Het project, uitgevoerd door bureau Kroon & Wagtberg Hansen, laat zien hoe gedeeld erfgoed een rol kan spelen in monumentenbeleid, educatie en citymarketing.

Naar aanleiding van dit project organiseert de afdeling Monumentenzorg een symposium over het onderwerp: Gedeeld Erfgoed – Shared Heritage. Haags-Indische monumenten als getuigen van culturele uitwisseling, 1853-1945. Monumentenzorg Den Haag kreeg daarbij medewerking van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Als passende locatie is gekozen voor de Tong Tong Fair, het grootste Indische festival ter wereld, dat dit jaar voor de 55ste maal in Den Haag plaatsvindt. Het symposium is toegankelijk voor zowel architectuur- en erfgoedprofessionals, als studenten en alle andere geïnteresseerden in Indisch erfgoed. Het symposium wordt afgesloten met een panelgesprek over de toekomst van gedeeld erfgoed. Klik hier voor het volledige programma en informatie over aanmelding.

2013/02/15

Oproep: wie heeft filmbeelden van de Indische Tentoonstelling van 1932?

Replica van de Tjandi Bentar (Gespleten Poort) bij de ingang van de
Indische Tentoonstelling in het Westbroekpark te Den Haag, 1932.
Foto: Haags Gemeentearchief.
Sinds 2010 verzorgt K&WH in opdracht van Monumentenzorg Den Haag het project Sporen van Smaragd. Het project brengt Nederlands-Indisch erfgoed in Den Haag uit de periode 1853-1945 in kaart. Binnenkort worden de resultaten van het project gepresenteerd in publicaties en evenementen. Zo zal in het Cultuurpaviljoen van de komende Tong Tong Fair ook dit jaar weer een informatiestand van het project te vinden zijn. Dit maal wordt hierbij een expositie georganiseerd over Een onvergetelijk evenement: de Indische Tentoonstelling van 1932 in het Westbroekpark.

De Indische Tentoonstelling was in 1932 de grootste die Nederland tot dan toe had gezien. Bezoekers keken hun ogen uit bij het zien van prachtige tempels en typerende inlandse woonhuizen, die in het park waren nagebouwd. Men kon van mei tot en met oktober de expositiepaviljoens met bijzondere kunstvoorwerpen en commerciële producten bezoeken, diorama’s van Indische landschappen bekijken en genieten van exotische gerechten in het restaurantpaviljoen Waroong Djawa. Ondanks het spectaculaire karakter van dit historische evenement, zijn hiervan nauwelijks filmbeelden bewaard gebleven. De tentoonstelling werd volledig afgebroken en alleen het geliefde Minangkabause huis werd nog enkele jaren op andere Haagse locaties opgesteld.

Meer dan 400.000 bezoekers bezochten destijds het evenement. K&WH is ervan overtuigd dat een van die bezoekers filmbeelden moet hebben gemaakt van de schitterende Indische Tentoonstelling. We hopen dat deze beelden juist nu boven water komen, zodat ze in de komende expositie kunnen worden vertoond. Wie een filmpje of ander bijzonder souvenir aan de tentoonstelling bezit, wordt dan ook opgeroepen omcontact op te nemen met de projectorganisatie via: info@sporenvansmaragd.nl.

2013/02/13

Onderhuidse stress in het Edwardiaanse tijdperk

Neem het van ons aan: Victoriana zijn uit, Edwardiana zijn in. Hoezeer de belangstelling voor kunst aan mode onderhevig is, bewijst het verschuiven van de collectieve belangstelling voor het negentiende-eeuwse Engeland onder Queen Victoria naar het tijdperk van haar opvolger, Edward VII (1901–1910). De populaire serie Downton Abbey is daarvan een voorbeeld. Het begin van de 20ste eeuw wordt wel geassocieerd met glamour en luxe, maar in feite heerste er crisis en onzekerheid, zowel op economisch en sociaal als politiek gebied, met de dreiging van de Eerste Wereldoorlog aan de horizon. Juist in deze periode raakten gemoederen verhit door de opkomst van de emancipatie, de arbeidersbeweging en het fascisme. De bestaande verhoudingen tussen man en vrouw, en die tussen machthebbers en arbeiders gingen op de schop, terwijl de consumptiemaatschappij nu echt vorm kreeg.


The Yale Center for British Art in New Haven, Connecticut (USA) organiseert op 2 maart 2013 een symposium, geheel gewijd aan Art, Anxiety, and Protest in the Edwardian Belle Epoque. Het symposium valt samen met de opening van de tentoonstelling Edwardian Opulence: British Art at the Dawn of the Twentieth Century. De tentoonstelling wil het heersende beeld van een 'gouden tijdperk' doorbreken door de nadruk te leggen op de verandering en het protest, die deze periode kenmerkten. Het leven werd bovendien sneller én ingewikkelder door de ontwikkeling van elektriciteit, geluidsopnamen, de benzinemotor en de bioscoop, hetgeen zijn weerslag had op kunst, net als de veranderende positie van vrouwen. Wie niet naar Amerika kan vliegen, moet zich net als wij maar troosten met de catalogus. Het zou ons niet verbazen als we dit onderwerp binnenkort ook in Europa op de tentoonstellingsagenda's zien.

2013/02/09

DC Comics 1935-1956

Taschen blijft maar onweerstaanbare bladerboeken maken. The Golden Age of DC Comics is er een van. Misschien kwam het door onze jonge vaders, dat bij ons in huis zoveel stripboeken en comics werden gelezen. En misschien waren wij geen stereotype meisjes, aangezien we die boekjes bijna uit ons pappie's handen trokken. Hoe het ook zij, we zijn goed bekend met het legioen van Amerikaanse superhelden en superschurken dat DC heeft geschapen, waaronder Batman, Superman, Superboy, Wonder Woman en The Flash. Dus nu Taschen een overzicht van DC producten uit de jaren 1935-1956 heeft gebundeld, gaan we als consumeisjes vast voor de bijl. Wie wil er nou niet terug naar een eenvoudiger en kleurrijker wereld, waarin alle helden even stoer zijn, alle vrouwen even mooi en alle kwade genieën toch dom genoeg om zich te laten pakken? Er zijn prachtige parallellen te trekken tussen de tekenstijl en de ontwikkeling van de reclame en de grafische kunst, dus fans onder de vakgenoten kunnen deze uitgave gerust onder het mom van 'verantwoorde vakliteratuur' aanschaffen.

2013/02/03

Vervolg #KWHactie

Hoewel we nog niet al onze vakgenoten op Twitter hebben getroffen, winnen social media snel aan bereik onder kunsthistorici. Ook K&WH heeft inmiddels meer dan 200 volgers, waaronder veel collega's in de museum- en erfgoedsector. Voor hen organiseren we in februari 2013 weer een leuke verloting van kunstboeken. De afdeling Monumentenzorg van de Gemeente Den Haag heeft hiervoor een aantal prachtige boeken over Haagse monumenten, architectuur en interieurs beschikbaar gesteld. Meedoen? Volg ons dan op @KWHnieuws en hou vanaf 4 februari de tweets met #actieKWH in de gaten.

2013/01/21

Pimp your pyramid

Egypte lijkt gemaakt voor film. Plaats een verhaal in het natuurlijke landschap met haar indrukwekkende monumenten, een overweldigend decor is niet meer nodig. Van alle antieke culturen die grootse bouwwerken voort brachten, spreekt Egypte het meest tot de verbeelding van bioscoopbezoekers. Welke vrouw droomt er nou niet van baden in ezelinnenmelk en welke man zou geen nacht met Cleopatra willen doorbrengen in de schaduw van een piramide? De tentoonstelling Het Egypte van Hollywood, t/m 17 maart te zien in het Rijksmuseum voor Oudheden, maakt duidelijk hoe deze antieke beschaving werd weergegeven in film (en later televisie) en daarmee onze beeldvorming van het land blijvend heeft beïnvloed. Helaas is hierbij geen catalogus beschikbaar, maar wel een glossy themanummer van het vriendenmagazine RoMeO.

Paneldiscussie met de sprekers.
Op 14 januari j.l. werd in de prachtige Tempelzaal van het museum het symposium Beeldvorming in de historische film georganiseerd, dat inhoudelijk vooral een feest der herkenning bleek.

Jurk uit The Ten Commandments.
Miguel John Versluys (Universiteit Leiden) hield in zijn lezing De zin en onzin van ‘Egyptomanie’ een gepassioneerd pleidooi voor het zoeken naar een andere terminologie voor dit fenomeen. Het woorddeel ´manie´ heeft namelijk een negatieve bijklank, opmerkelijk omdat referenties aan Egypte al vanaf de Bronstijd tot heden zo’n belangrijk onderdeel van onze culturele herinnering vormen. Als alternatief noemde Versluys ´cultural responses to Egypt´ (maar of dat nou zo lekker bekt…).
De verbeelding van de oudheid in films, de bijdrage van Frits Naerebout (Universiteit Leiden) bestond feitelijk uit een opsomming van de verschillende genres. Van films gebaseerd op literatuur of mythologie, tot romantische, bijbelse of zelfs pornografische versies. Omdat deze presentatie over beeldvorming juist zonder visuele ondersteuning door een powerpoint werd gegeven en het publiek al grotendeels bekend leek met de genoemde genres, bracht dit weinig nieuwe inzichten. Interessanter was de conclusie dat films die zich in de oudheid afspelen, behalve een historisch beeld van Egypte ook - of misschien meer nog - een beeld geven van de tijd en cultuur waarin ze zijn gemaakt.

Kostuum uit Night at the Museum 2.
De enthousiaste gastconservator  van de tentoonstelling, Hans van den Berg, is egyptoloog en momenteel werkzaam als forensisch onderzoeker. Hij vertelde over zijn onderzoek Hoe dragen films bij aan beeldvorming over het Oude Egypte? De resultaten hiervan zijn te vinden op zijn website: Ancient Egypt Film. Aan de hand van statistieken en mooie filmposters hield Van den Berg een boeiend betoog over welke thematiek in welke tijdsperiode het populairst was in film en televisie. Zo hebben mummies, populair in het begin van de filmgeschiedenis (1900-1919) , sinds de jaren '90 een grote comeback gemaakt. Ook vertelde Van den Berg in hoeverre de filmbeelden afweken van de historische details. In de tentoonstelling is bijvoorbeeld goed te zien hoe historische voorwerpen werden 'gepimpt' met een goudvernisje om ze aantrekkelijker te maken voor het bioscooppubliek.
De lezing van Nat Muller (onafhankelijk curator en schrijver) over De invloed van Egyptische films op het werk van hedendaagse kunstenaars uit het Midden-Oosten paste minder goed in het dagprogramma. Uit deze bijdrage bleek vooral dat het landschap met zijn fysieke nalatenschap uit de Oudheid, in moderne Egyptische films slechts een achtergrond lijkt te vormen, maar niet onderdeel of onderwerp van het verhaal.

Boek van de Levenden uit The Mummy Returns.
Pieter ter Keurs (Rijksmuseum voor Oudheden) daarentegen had de zaal meteen op zijn hand met zijn lezing over Agatha Christie’s Death on the Nile. Aan de hand van clips uit de bekende vertolkingen met Peter Ustinov (1978) en David Suchet (2004) lichtte Ter Keurs de verschillen toe tussen boek en film. Opmerkelijk is bijvoorbeeld dat Agatha Christie in het boek weinig over het landschap schreef; de enscenering van het plot was voor haar belangrijker dan de locatie. Daartegenover is in de film juist het landschap met ruïnes wel een belangrijk onderdeel van de visuele verhaallijn.
De laatste lezing van Jaap Toorenaar (schrijver en classicus) over De beeldvorming van Egyptenaren in de avonturen van Asterix sloeg natuurlijk ook aan. De invloed van de verhalen van René Goscinny en Albert Uderzo op de beeldvorming van het oude Egypte sinds de jaren zestig bij 'jongeren van 8 tot 88 jaar' mag men niet onderschatten. De strips vormen nog steeds voor de meesten van ons de eerste kennismaking met de antieke oudheid en hebben daardoor veel impact. Na afloop had dan ook iedereen zin om zijn oude stripboeken weer eens op te duiken.

Overzicht van de opstelling.
Het symposium werd afgesloten met een paneldiscussie, waarbij onder meer de vraag werd gesteld of er überhaupt wel een historisch accurate film over Egypte bestaat. Hoewel de huidige generatie film- en tv-makers meer bewust probeert om kostuums en details historisch correct te verbeelden, is dat nog altijd niet het geval. De visuele representatie blijft ondergeschikt aan de artistieke visie en de beoogde impact op de kijker. Maar... 'who cares'?! Het resultaat is vaak fantastisch. De conclusie was dan ook dat (kunst)historici en egyptologen moeten proberen om als kijker van deze films te genieten en het academische ‘nitpicken’ even achterwege te laten. Al met al een geslaagd symposium op een prachtlocatie. Als toegift - na het zien van al dat woestijnzand - begon buiten de eerste sneeuwbui.

[Foto's: Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag.]

2013/01/03

Zzp-ers in 2013 dé uitkomst voor erfgoedinstellingen?

Het is nog steeds crisis in museumland. Een aantal culturele instellingen is door overheidsbezuinigingen gedwongen de deuren te sluiten. Andere hebben dankzij slimme publieksacties en sponsoring in 2012 een topjaar achter de rug, maar worden nu ‘beloond’ met meer bezuinigingen en moeten medewerkers ontslaan. Hoe kunnen erfgoedinstellingen dan toch blijven investeren in kunsthistorisch onderzoek, collectiepresentatie en vernieuwend publieksbereik? Het antwoord is simpel: doe vaker een beroep op freelance en zelfstandige kunsthistorici als gastconservator, projectcoördinator of redacteur. Dan geniet u de voordelen van externe expertise, zonder de lasten van een dienstverband. In deze blog op de website van het Register Freelance& Zelfstandige Kunsthistorici zet Andréa Kroon de voordelen nog eens op een rijtje.