2011/08/17

'Wat een mooie deuren'

Na het succes van de Zomerexpo 2011 maakte het Gemeentemuseum Den Haag - ietwat voorspelbaar - bekend dat het een jaarlijks terugkerend fenomeen zal worden. Op de blog van Metropolis M verscheen onlangs een artikel, waarin forse kritiek op dit project werd geuit. We kunnen ons in de toon van dat stuk niet in vinden (de discussie academie versus amateur vinden we achterhaald), maar we hebben wel onze eigen bedenkingen bij de Zomerexpo.

Eerder op deze blog wezen we op het feit dat dit geen origineel, maar een uit Engeland overgenomen concept is. Toegegeven, musea hebben geld nodig; een kaskraker is altijd welkom. Vraag is echter, of het museum op de stoel van de galerie moet gaan zitten. Bij ons bezoek zagen we opvallend veel werken van hedendaagse kunstenaars die een aantal straten verderop ook te zien zijn, bijvoorbeeld bij Pulchri Studio. Dezelfde hedendaagse kunst (een mix van toekomstig erfgoed en tenenkrommende huisvlijt, met tussendoor een opzettelijke shocker) is te zien in het reguliere aanbod van het Nederlandse galeriecircuit. Ons bekroop dan ook steeds meer ook het gevoel door een van die galeries te wandelden. Pulchri zou evengoed jaarlijks een tentoonstelling kunnen organiseren, waarin amateurs anoniem een kans krijgen.

De kwaliteit van het getoonde terzijde, voor ons is de locatie juist het discussiepunt: wat is een museum? Een pretpark of kennisinstituut? Of beide, in welke verhouding? Deze tentoonstelling trekt publiek, maar toont geen erfgoed, verspreidt geen nieuwe onderzoeksresultaten, draagt niet wezenlijk bij aan educatie. Door dit 'galerievenement' jaarlijks te organiseren in één van de belangrijkste Nederlandse musea, is jaarlijks een aantal museumzalen minder beschikbaar voor thematentoonstellingen met binnen- en buitenlandse bruiklenen, terwijl die ook publiekstrekkers kunnen zijn. Meer circus in het museum betekent in dit geval: minder vakkennis inzetten en minder kennis verspreiden, en de groeiende groep mensen die niet begrijpt waarom musea subsidie verdienen op zijn wenken bedienen. Tekenend is de opmerking van onze medebezoekster bij het verlaten van de Zomerexpo: ‘Het mooiste wat ik gezien heb, zijn de deuren van Berlage’.

De Royal Academy of Arts in Londen, waarvan het idee is overgenomen, is een kunstacademie. Een opleidingsinstituut ‘where art is made, exhibited and debated’. En dat geeft aan wat de juiste plek is voor dit specifieke concept. Het Gemeentemuseum lijkt de 'Summer Exhibition' te hebben overgenomen met het oog op de cijfers, zonder zich te realiseren in welke context het is ontstaan. K&WH vindt het jammer dat hiervoor één 'echte' tentoonstelling uit het jaarprogramma van het museum zal verdwijnen. We voorzien dat het Drents Museum, waar later dit jaar een spectaculaire nieuwe vleugel wordt geopend, veel terrein zal winnen als het om spraakmakende thematentoonstellingen met buitenlandse bruiklenen gaat.

Geen opmerkingen: