2009/10/15

Wachten op de stoomboot

De pepernoten lagen voor het einde van de zomer al in de winkel, wat ons altijd een beetje doet vermoeden dat het de overgebleven voorraad van vorig jaar is, die men nog snel probeert te slijten voordat de nieuwe worden gebakken. En natuurlijk komt eerst Halloween nog, maar met het grauw regenachtige weer van de laatste weken raak je toch stiekem al in de stemming voor chocolademelk met een speculaasje. Waanders doet daar een schepje bovenop met het Sinterklaas boek, dat is verschenen bij de tentoonstelling over Sint-Nicolaas in Museum het Catharijne Convent (www.sintnicolaasopbezoek.nl).
Het is een heerlijk bladerboekje geworden, met veel glimmende 'oud-Hollandsche' plaatjes waarmee je lekker in de stemming voor die kop choco komt. Wie echter de moeite neemt de tekst ook te lezen, leert iets over de geschiedenis van Sinterklaas, zijn religieuze wortels en ontmoeting met Piet, hoe onze vieringen zich hebben ontwikkeld en hoe daar de commercie in is geslopen. De vele anekdotes bij de plaatjes lenen zich best om aan elkaar voor te lezen als de cadeautjes zijn uitgedeeld. (Een beetje vodka in de choco is daarbij optioneel.)
Meteen kopen dus en vóór 5 december aan iemand cadeau doen, al was het maar om terug te vechten tegen de kerstmarketinggekte die de goede ouwe Sint ieder jaar probeert te verdringen. Er is ruimte genoeg op de kalender voor alletwee de traditionele feestjes!

Publicatiegegevens: Het Sinterklaas boek, Waanders Uitgevers, Zwolle 2009, 352 pp., ISBN: 9789040086489, € 14.95.

[Afbeelding: Rie Cramer, De Goede Sint (Speciale bijlage Haagsche Post, Kerstnummer 25 december 1929). Litho, Bruikleen particuliere collectie. Foto: Museum Het Catharijne Convent, Utrecht]

My dear Watson

Na de hier eerder besproken remake van Dorian Gray, zijn er ook drie hervertellingen van Arthur Conan Doyle's Sherlock Holmes op komst. Zo werkt de BBC aan een uurlang drama, geschreven door Stefan Moffat (eerder verantwoordelijk voor scripts van Dr. Who en Jekyll) en Mark Gattis (van The League of Gentlemen). Martin Freeman vertolkt de rol van Watson, Benedict Cumberbatch is Holmes en Rupert Graves gaat op voor inspecteur Lestrade. En nu komt het, volgens een interview in The Guardian, speelt het verhaal zich af in de huidige tijd: 'the hell with the crinoline'. Hm... het script is de twee genieën wel toevertrouwd, maar toch jammer dat juist zij niet worden losgelaten om de ultieme, donkere Victoriaanse versie te creëren.
Daarnaast wordt een licht komische bioscoopfilm voorbereid voor release in 2010 door regisseur Guy Ritchie, die nog wel in het Victoriaanse tijdperk speelt. Bij het casten is de keus voor Watson en Sherlock gevallen op ex-pretty boy Jude Law en Robert Downey jr., die voor het in beeld brengen van Holmes' verslaving natuurlijk rijkelijk uit eigen ervaring kan putten. De trailer is al op YouTube te zien:



Een derde versie, waarin Holmes het opneemt tegen vreemde metalen monsters, is in productie bij Asylum, maar daarover is nog niet veel bekend. Totdat we beter hebben gezien, blijft onze favoriet de reeks Britse tv-series The Adventures of (1984-85), The return of (1986-1988), The Case-book of (1991-1993) en The Memoirs of Sherlock Holmes (1994), waarin de veel te vroeg overleden Jeremy Brett de detective speelt:


Ook de moeite waard is de cultversie van regisseur Billy Wilder, The Private Life of Sherlock Holmes, uit 1970 met Robert Stephens, Colin Blakely én... Christopher Lee als Sherlock's oudere broer Mycroft:

2009/10/08

Beeldrecht in de praktijk

Hebben we het er net over gehad, doet zich in de praktijk een beeldrechtkwestie voor. De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren is een onmisbare bron van literaire teksten, secundaire literatuur en biografieën uit de periode vanaf de Middeleeuwen. Veel standaardwerken en literaire hoogtepunten werden hier in tekst en beeld gereproduceerd. De DBNL heeft echter per 1 oktober het beeldmateriaal in boeken van na 1900 van haar website verwijderd. Er dreigt namelijk een schadeclaim van auteursrechtenorganisatie Pictoright, die meent dat het commercieel belang van een aantal van de bij haar aangesloten fotografen werd geschaad door opname van de afbeeldingen. De DBNL meent gebruik te kunnen maken van (wetenschappelijk) citaatrecht, maar nam in afwachting van de uitkomst van het meningsverschil met Pictoright toch de afbeeldingen weg.

2009/10/03

‘Kunsthistorici kunnen niet schrijven’

Dat zei Nicole Ex, een van de sprekers op het congres De schrijvende kunsthistoricus, op 2 oktober j.l. in de RKD. Zeer terecht overigens. Een probleem dat begint bij de opleiding. Ook de dames K&WH werden op de Universiteit Leiden geconfronteerd met gruwelen als Het Kunsthistorisch ABC, een leidraad voor het schrijven van saaie en ondoordringbare academische stukken. Je moest wel erg eigenwijs zijn, om het aangeleerde meteen na afstuderen weer te vergeten. Maar wie gelezen wil worden, moet begrijpelijke taal schrijven. Omdat het de meeste kunsthistorici aan journalistieke vaardigheden ontbreekt, geven redacties en uitgevers vaak de voorkeur aan een andere auteur. Bij- of nascholing is dus gewenst.

Een nieuw kunstfonds, Thieme Art, hoopt zich met titels op het gebied van (moderne) kunst en fotografie te gaan onderscheiden. Goed nieuws is dat de uitgever, Marloes Waanders, positief tegenover honorering van auteurs staat. Maar auteurs moeten zich verdiepen in het uitgeefproces om mee te kunnen denken met de opdrachtgever, zorgen dat hun publicatie-idee binnen het fonds past, en bovendien tarieven bieden die concurrenten buiten spel zetten.
Marie Christine van der Sman (directeur NAGO), deed iets zeer ongebruikelijks: zij besprak niet alleen de successen, maar ook de missers in een reeks van museale publicatieprojecten. Juist daarvan viel veel te leren: maak goede afspraken over alle aspecten van de samenwerking tussen auteur en museum. Niet alleen over honoraria, maar ook de afhandeling van het redactieproces, vertaling en drukproef. Bespreek wijzigingen altijd met auteurs en voorkom onderlinge verschillen in honorering.

Slechts weinig auteurs zijn goed bekend met hun eigen rechten. Zij verdiepen zich hier pas in wanneer een conflict ontstaat - te laat. Juriste Marijke Reinsma van de FreeLancers Associatie gaf aan, dat een museum als werkgever weliswaar rechten heeft op de tekst van haar instellingsmedewerkers, maar als opdrachtgever géén recht heeft op de tekst van een ingehuurde (freelance) auteur. Eerst moet overdracht van auteursrecht (schriftelijk) plaatsvinden. Een auteur kan daarbij zelf bepalen voor welke zaken hij/zij wel of niet een licentie verleend. Het is redelijk om voor recht op herdruk, online hergebruik of verfilming aanvullende vergoeding te verlangen.
Journalist Pierre Spaninks, voorzitter van de FreeLancers Associatie, speelde advocaat van de duivel door in te gaan op de het honorarium van freelance auteurs aan de hand van een rekenvoorbeeld. Uit vragen uit de zaal werd al eerder op de dag duidelijk, dat de meeste kunsthistorici een wat afwachtende houding aannemen: zij vroegen opdrachtgevers welke tarieven zij mochten hanteren. Dat terwijl een ondernemer toch uit moet gaan van zijn/haar bedrijfskosten voor het leveren van een product of dienst, en zijn eigen inkomenswens. Het hanteren van offertes is zinvol omdat dit een relatie van leverancier en afnemer creëert. Ook het hanteren van leveringsvoorwaarden voorkomt veel problemen.

Vincent van den Eijnde, directeur van beeldrechtorganisatie Pictoright, gaf aan dat auteurs, redacties en uitgevers op deze organisatie zijn aangewezen voor het overeenkomen van gebruiksvergoedingen voor afbeeldingen van moderne en hedendaagse kunst. Wetenschappelijke publicaties kunnen zich gelukkig beroepen op citaatrecht, maar voor de juiste interpretatie van de regels kan het zinvol zijn om vooraf met Pictoright te overleggen.
En zo was er meer goed nieuws. Kunsthistorici hoeven geen leen- of reprorechtvergoedingen mis te lopen. Cees Holierhoek (Cedar) gaf aan, dat wettelijk geregelde vergoedingen voor het uitlenen van boeken in bibliotheken en kopiëren van teksten aan auteurs toekomen. Deze worden uitgekeerd aan de uitgever, die als doorgeefluik fungeert, of aan de auteur zelf. Op de informatiemarkt bij het congres werden door Cedar aansluitingscontracten verstrekt, die voor auteurs kosteloos zijn.

Onze medeorganisator Catrien Deys gaf als dagafsluiting een overzicht van publicatiesubsidies. Ook al bieden die veel kansen, een kritische noot is op zijn plaats. In tegenstelling tot literaire fondsen, staan de meeste cultuurfondsen alleen de uitgever (rechtspersoon) toe een aanvraag te doen, niet de auteur zelf. Hierdoor is de commerciële sector aan zet. Bovendien hebben de meeste cultuurfondsen een voorkeur voor moderne en hedendaagse kunst. Zo wordt de verleiding wel erg groot om alleen nog te schrijven over zaken, die in aanmerking voor steun komen. Beslist wordt meestal op basis van een manuscript, wat aangeeft dat men uitgaat van instellingsauteurs, niet zelfstandigen. En in vrijwel alle gevallen geldt, dat honorering van auteurs aan een maximum is gebonden of alleen sprake van kosten voor levensonderhoud mag zijn. Voor de kosten van vormgeving, fotografie en drukwerk gelden zulke grenzen niet. Vorm krijgt zo ongemerkt voorrang op inhoud, en ondernemerschap van auteurs wordt alles behalve gestimuleerd.

Knelpunten zijn er in het vakgebied dus nog genoeg. Voor vakorganisaties als VNK, NMV en OSK ligt hier een belangrijke taak: het voorlichten van haar leden over hun rechten en plichten als auteur in de kunst-, cultuur- en erfgoedsector. Samenwerking met auteursorganisaties zou hierin uitkomst kunnen bieden.
Op de informatiemarkt bij het congres zagen we overigens een nieuwkomer in de kunstsector: de Vereniging van Historische Onderzoeksbureaus. Is dit wellicht de vakorganisatie voor zelfstandige vakgenoten, waar we sinds de opheffing van de SPKO op wachten?

De kunst van het bewaren

U koopt kunst omdat u het mooi vindt. Maar hoe gaat u er vervolgens mee om? Veel schade aan voorwerpen ontstaat door goedbedoeld, maar verkeerd onderhoud en ongunstige bewaaromstandigheden. Zoals het bij een raam hangen van een aquarel, of met meubeldoekjes-uit-de-supermarkt poetsen van oud hout. Het leven van kunstobjecten kan aanzienlijk worden verlengd door ze op de juiste wijze te behandelen, wat natuurlijk weer geld voor latere restauraties uitspaart. Véronique Fehmers (RecolArt) en Marie Christine van der Sman (MuseumService) organiseren op 6 november a.s. een informatieve middag over dit onderwerp in het Museum Geelvinck Hinlopen Huis. Deze middag biedt praktische aanwijzingen en tips, zodat ook toekomstige generaties kunnen genieten van de schoonheid van uw kunstwerk of verzameling. Restauratoren en andere experts op het vakgebied verzorgen lezingen over behoud en beheer. Meer informatie: info@recolart.nl.

Foodprint

Omdat een van ons ooit tijd werkzaam was bij Stroom, haags centrum voor beeldende kunst, volgt K&WH nog graag haar activiteiten. Projecten van Stroom volgen nooit de platgetreden paden in de kunst, maar banen nieuwe. Zo ook het project Foodprint, waarvan het resultaat een bijzondere, culinaire stadsgids is. Ze bevat gelukkig niet de gesponsorde recensies van restaurants, die in de geijkte gidsen te vinden zijn. De inhoudsopgave van Foodprint zegt al genoeg: ‘het Haagse bakkie’, ‘weduwe van Indie’, ‘ambtenarenkantine’, ‘china town’, ‘snackloket’, etcetera. Foodprint voert je langs de geheime eettentjes die alleen buurtbewoners kennen, inventariseert en verbeeldt het consumptiepatroon van de stad, en vertelt je welke slager nog zelf worst draait. Een prima gids voor wie kennis wil maken met de stad of er al jaren woont, maar ze nog beter wil leren kennen, onder het genot van de lekkerste hapjes die onze ondernemers te bieden hebben. Na het lezen waren we – voor de zoveelste keer – apetrots op onze stad.

Publicatiegegevens: Janneke Vreugdenhil, Francien van Westrenen (red.), Foodprint - Stadsgids Den Haag. Over de culinaire identiteit van de stad, 208 pagina's, NAi Publishers/Stroom, Den Haag 2009, ISBN 978-90-5662-697-6, € 19,95.

Op de kaart

In het kader van de afgelopen monumentendag verscheen bij de Stichting Haags Industrieel Erfgoed (SHIE) een herdruk van een industriekaart uit 1886. Op deze stadsplattegrond van Den Haag zijn onder meer fabrieken aangegeven. Ze is voorzien van een sierrand met afbeeldingen van bekende bedrijven uit die tijd, waaronder Beekman, Krul, Rozenburg, Lensvelt Nicola. De herdruk is te verkrijgen bij SHIE voor € 5,- (donateurs € 2,50).

Watermerken

De Koninklijke Bibliotheek is een van negen partners uit zes Europese landen, die hebben gewerkt aan het het internationale watermerkenproject Bernstein. Daarbij is een digitale omgeving ontwikkeld, waarin een uitgebreide bibliografie over de geschiedenis van papier opgenomen is. Het resultaat is de website Memory of Paper, een nieuw instrument waarmee oude drukken en prenten kunnen worden gedateerd en onderzocht.