2009/12/11

Haags glas-in-lood is bedreigd erfgoed

De lezingenmiddag rond het thema Glas-in-lood in Den Haag, die afgelopen woensdag plaatsvond in het Gemeentemuseum Den Haag, kreeg onverwacht grote belangstelling van 175 toehoorders.

[Sprekers Geertje Huisman en Peter Heijman in gesprek met journaliste Egberdien van der Torre bij de boekentafel.]

Openend spreker was Titus Eliëns, hoofd collecties van het museum. Hij is, ook als hoogleraar aan de Universiteit Leiden, al jaren betrokken bij onderzoek naar de toepassing van glas in Nederlandse kunstnijverheid en interieurs. In zijn lezing ‘Kleurgeving in het Nederlandse interieur in de periode 1890-1940’ gaf hij de ontwikkeling van de glas-in-loodtechniek weer: van praktische oplossing tot artistiek medium. Rond 1900 werd glas-in-lood gebruikt om licht, kleur en daarmee sfeer in een ruimte te brengen. Als zodanig is het een onlosmakelijk onderdeel van het decoratieschema van interieurs uit die periode. Wanneer je dat beseft, wordt duidelijk waarom het belangrijk is om glas-in-lood op zijn oorspronkelijke plek intact te laten.

Geertje Huisman bood de aanwezigen een kennismaking met de glas-in-loodcollectie van het Instituut Collectie Nederland, waar zij als onderzoeker en conservator werkzaam is. Deze instelling beheert de roerende kunstcollectie van de overheid. Hieronder bevinden zich vele glas-in-loodramen, waarvan de herkomst niet altijd bekend is. Huisman is het project ‘Glasramen in beweging’ gestart om de herkomst na te gaan en een passend onderkomen voor deze ramen te vinden, bijvoorbeeld als bruikleen aan een museum. Zij werkt aan een database van het museaal glas-in-loodbezit in Nederland. Daarnaast beheert het ICN de interactieve database Moderne wandkunst uit de Wederopbouwperiode, waaraan het publiek zelf informatie kan toevoegen.

Een interessant voorbeeld uit de praktijk werd gegeven door Peter Heijman, directeur van Glasatelier Oud Rijswijk. Zijn restauratieatelier heeft de afgelopen jaren veel glas-in-lood onder handen gehad, waaronder een groot aantal Haagse kerkramen. In de Tweede Wereldoorlog werd de Duinoordkerk op last van de bezetter afgebroken om plaats te maken voor de Atlantikwall. De glas-in-loodramen, in 1925 vervaardigd door Lou Asperslagh, werden opgeslagen in de kelder van het Vredespaleis. Bij de restauratie van de Kloosterkerk in de jaren ’50 kregen de ramen uit de Duinoordkerk daar een nieuwe plaats in de kapel. Bij een meer recente restauratie werden kisten met enkele glasfragmenten aangetroffen, puzzelstukjes die twee verloren gewaande ramen bleken te vormen.

[Onderonsje tussen deelnemers van het Drents Museum en de Vereniging Vrienden Nieuwe Kunst 1900 in Gember.]

De laatste lezing werd verzorgd door Andréa Kroon, werkzaam als kunsthistorica bij Kroon & Wagtberg Hansen. Zij besprak de totstandkoming van het boekje De speling van het licht. Glas-in-lood in Den Haag rond 1900, dat de aanleiding voor de lezingenmiddag vormde. Zij beschouwt glas-in-lood als een bedreigde categorie erfgoed. Glas wordt vaak niet als onlosmakelijk onderdeel van interieur of architectuur gezien, maar als vervangbaar. Een monumentenstatus beschermt soms een gevel, maar niet altijd het glas dat zich daarin bevindt. Kroon deed dan ook een oproep voor registratie op zowel lokaal als landelijk niveau en een meer gericht verwervingsbeleid door musea. Dit is nodig om te voorkomen dat cultuurhistorisch belangrijke ramen verloren gaan of op Marktplaats belanden. Ook zouden musea het glas-in-lood in hun collecties vaker kunnen exposeren.

De middag werd besloten met de formele uitreiking van het boekje door Jan van Gent, directeur van uitgeverij
De Nieuwe Haagsche, aan Henk Ambachtsheer, hoofd Monumentenzorg Gemeente Den Haag. Ambachtsheer vertelde hoe, ook bij hem thuis, in de jaren '60 de glas-in-lood schuifdeuren moesten wijken voor nieuwe modes. Nu is hij juist medeverantwoordelijk voor het behoud van dergelijk erfgoed, een schone taak, waarbij Monumentenzorg de tips van oplettende stadsgenoten goed kan gebruiken.

Filmbank Haags Gemeentearchief

De vertrouwde website van het Haags Gemeentearchief is onlangs in een nieuw jasje gestoken, of liever een lelijk Gemeentelijk uniform. Dat leidde in de beginfase tot ergernis van regelmatige gebruikers. Er is echter ook goed nieuws: het Gemeentearchief heeft de Haagse Filmbank gelanceerd, waarop historische filmbeelden over Den Haag en omgeving te zien zijn. Met en zonder geluid, in zwart/wit en kleur, afkomstig uit archieven en van particulieren. Van familie- en vakantiebeelden tot bedrijfsfilms, zoals die van de Haagse broodfabriek Hus in de jaren '50. Maar ook filmpjes over allerlei andere onderwerpen, waaronder de computertentoonstelling in het (nog altijd gemiste) Museum van Onderwijs uit de jaren '70.
Bijna dagelijks worden nu nieuwe films toegevoegd, later zal de frequentie afhangen van nieuwe schenkingen. Heeft u zelf nog oude films? Overweeg dan ook een schenking aan het Haags Gemeentearchief!

Op zoek naar Cleopatra’s mummie

Als kleine kunsthistorici-in-spe kwamen K&WH al in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Hoewel onze aandacht inmiddels is verschoven naar de periode rond 1900, is de liefde voor de antieke oudheid gebleven. Nu is er een tentoonstelling geopend die beide tijdsperioden verenigt: Het Egypte van Gustave Flaubert.
In 1849-1850 maakten schrijver Gustave Flaubert (1821-1880) en zijn goede vriend, fotograaf Maxime Du Camp (1822-1894) een reis door Egypte. Geplaagd door ennui, ontvluchtte Flaubert Frankrijk op zoek naar de betoverende schoonheid van ´de Oriënt´. De reis ging van noord naar zuid: van Alexandrië naar de gigantische faraobeelden in Aboe Simbel (toen nog op hun originele plek). Met het relatief nieuwe medium fotografie legde Du Camp onderweg vele monumentale locaties vast. Sfinxen en heiligdommen waren destijds nog half onder zand bedolven of werden net door archeologen opgegraven. Behalve esthetisch aantrekkelijk, zijn deze foto´s ook interessant als documentatie, omdat ze een Egypte tonen dat niet meer bestaat. Opgravingen, toerisme en stedenbouw hebben het land sindsdien onherroepelijk veranderd.
Behalve reisindrukken, namen de twee vrienden ook souvenirs mee naar huis, waaronder (delen van) mummies. Flaubert verzuchtte echter in zijn dagboek: “Oh, hoe graag zou ik alle vrouwen van de wereld opgeven, om de mummie van Cleopatra te bezitten!” (25 november 1849). De Oriënt van zijn dromen heeft hij niet gevonden, in zijn dagboek klaagt hij regelmatig verveeld en teleurgesteld te zijn. Toch zou de reis een blijvende indruk op hem achterlaten, zoals blijkt uit zijn latere roman, Salammbô (1862). En hoe mooi Egypte ook was: de ennui die hij op de heenreis vergezelde, nam Flaubert helaas ook weer mee terug naar Frankrijk…
In de tentoonstelling zijn fragmenten uit Flaubert’s reisdagboek en brieven te zien, die 35 foto’s van Du Camp begeleiden. Hiernaast zijn ruim 100 relevante voorwerpen opgesteld, waaronder een prachtige sarcofaag, grafbeeldjes, papyri en sfinxen. De tentoonstelling geeft zo een tijdsbeeld van Egypte door de ogen van 19de-eeuwse (Westerse) reizigers, waarin literatuur, archeologie, oriëntalisme en fotografie samenkomen. Helaas is bij de tentoonstelling geen publicatie verschenen, des te meer reden om nog snel naar Leiden te gaan.

Me and you and everyone we know is a curator

Het Graphic Design Museum organiseert op 19 december 2009 ín Paradiso een symposium over kwaliteit in een tijdperk van visuele overvloed. 'Terwijl musea hun collecties online zetten, groeit de digitale culturele productie. Er komen honderdduizenden beelden per dag bij. Veel interessant werk wordt online geproduceerd en bereikt de fysieke wereld niet eens. De verspreiding van kwalitatief hoogwaardig werk wordt al lang niet meer alleen centraal geregeld via instanties die daarvoor ontwikkeld zijn, zoals musea, fondsen of vaktijdschriften. Aan de andere kant groeit de behoefte aan fysieke cultuurbeleving nu men de hele dag achter de computer zit te netwerken. Ontwerpers, kunstenaars, bemiddelaars en beleidmakers zullen hun positie moeten herzien, want nieuwe technologieën bepalen in grote mate de mogelijkheden van presentatie en archivering. Het zoeken is naar nieuwe kwaliteitscriteria, denkkaders en methoden om verbindingen tot stand te brengen tussen de virtuele en de fysieke ruimte'. Reserveren: symposium@graphicdesignmuseum.com.

2009/12/10

Redt het panorama!

Een onmisbaar stukje Haags erfgoed is het Panorama Mesdag in de Zeestraat. Het oudste panorame ter wereld toont de zee, Scheveningen en Den Haag vanaf een kunstmatig duin. Het werd geschilderd in 1881 door Hendrik Willem Mesdag (1831-1915), met hulp van zijn vrouw en collega's. Elk Haags kind dat net oud genoeg is om het smalle wenteltrapje op te stommelen, wordt hier steevast naartoe gesleept. Panorama’s waren in de 19de eeuw zeer populair, maar nu bijna allemaal verdwenen. Het belang van het Panorama Mesdag, dat zich nog in het originele tentoonstellingsgebouw bevindt, is evident.
In 2008 kwam dit Rijksmonument in de problemen door de aanleg van het nieuwe Hilton Hotel naast het pand. Bouwwerkzaamheden veroorzaakten verzakking en schade aan het dak (Goh, wie zag dàt nou aankomen?!), maar helaas wonnen commerciele belangen het van cultuurhistorische overwegingen. Naast deze (juridische) perikelen moet het Panorama dringend verbouwen en heeft daarvoor fondsen nodig. Het museum wordt echter niet gesubsidieerd en is daarom de publieksactie Laat het doek niet vallen! Red Panorama Mesdag! begonnen. Het publiek wordt uitgenodigd om een stukje doek te 'adopteren' of donateur te worden. Dat kan al vanaf 5 euro, een bedrag dat zelfs in crisistijd nog wel op te brengen is.

2009/11/03

De speling van het licht

Op 23 november 2009 verschijnt een nieuwe publicatie: De speling van het licht. Glas-in-lood in Den Haag rond 1900 bij uitgeverij De Nieuwe Haagsche. De auteurs, twee Haagse kunsthistorici, bespreken hierin 67 locaties met opmerkelijke glas-in-loodtoepassingen uit de periode ca. 1875-1940.
Met vriendelijke medewerking van het Gemeentemuseum Den Haag wordt op 9 december 2009 een lezingenmiddag rond het thema Glas-in-lood in Den Haag rond 1900 georganiseerd in de aula van het museum. Deskundigen uit verschillende vakgebieden vertellen deze middag over de geschiedenis van glas-in-lood en relevante Haagse collecties en de de auteurs belichten de totstandkoming van het boekje, dat aan het einde van de middag formeel wordt gepresenteerd:

- Kleurgeving in het Nederlandse interieur in de periode 1890-1940, prof.dr. Titus M. Eliëns, hoofd collecties Gemeentemuseum Den Haag
- Een kennismaking met de glas-in-loodcollectie van het ICN. Glasramen in beweging, mw. drs. Geertje Huisman, conservator moderne kunst Instituut Collectie Nederland (ICN), Den Haag
- De verloren gewaande glas-in-loodramen uit de Duinoordkerk te Den Haag - herontdekt!, Peter Heijman, directeur Glasatelier Oud Rijswijk, Zoetermeer
- Glas-in-lood in Den Haag. Een bedreigde categorie erfgoed, mw. drs. Andréa Kroon, kunsthistoricus Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag / co-auteur De speling van het licht

Deelnamekosten: € 5,- (incl. ontvangst met koffie/thee en afsluitende borrel in café-restaurant Gember; excl. toegang tentoonstellingen Gemeentemuseum Den Haag). In verband met het beperkte aantal plaatsen is aanmelding voor 4 december 2009 vereist. Meer informatie en aanmelding: audrey@kroonwagtberghansen.nl.

Publicatiegegevens: Andréa A. Kroon / Audrey Wagtberg Hansen, De speling van het licht. Glas-in-lood in Den Haag rond 1900, (De Nieuwe Haagsche) Den Haag 2009, ISBN 978-94-6010-027-7, 200 pagina’s, geïllustreerd, € 14,95.

Het aardse paradijs

[Afbeelding: Edward Burne-Jones, The Wizard, 1891-98, Birmingham Museums and Art Gallery]

Voor de eerste keer is in Duitsland een overzichtstentoonstelling van het oeuvre van de Engelse kunstenaar Edward Burne-Jones (1833-1898) te zien: Das Irdische Paradies. Deze zoon van een lijstenmaker nam zich aanvankelijk voor om geestelijke worden, maar koos later toch voor de beeldende kunst en kunstnijverheid. Geïnspireerd door de 1ste generatie Pre-Raphaelieten, vooral door Dante Gabriel Rossetti (1828-1882), wordt Burne-Jones gezien als voornaamste vertegenwoordiger van de 2de generatie van deze kunstenaarsbroederschap.
Een grote voorliefde voor de middeleeuwen blijkt uit zijn onderwerpskeuze, zoals zijn illustraties voor de beroemde Kelmscott Press uitgave van het werk van Chaucer (1896). Mythen, legenden en ook Koning Arthur waren belangrijke bronnen, waar Burne-Jones inspiratie uit putte voor zijn sprookjesachtige voorstellingen, die vaak een cyclisch karakter hadden. Naast de schilderkunst waagde Burne-Jones zich ook aan diverse andere disciplines, zoals glas-in-lood, keramiek (tegels) en tapijten. Zo heeft hij veel ontwerpen gemaakt voor het bedrijf van zijn grote vriend William Morris (1834-1896): Morris, Marshall, Faulkner & Co. (1864-1875), later Morris & Co. (1875-1940). Beiden deelden de idealistische visie dat kunst het dagelijkse leven beter, mooier en verhevener maakt (spreek ze maar eens tegen).
De titel van de tentoonstelling verwijst naar Morris’ boek The Earthly Paradise, een grote inspiratiebron voor Burne-Jones, als ook naar de wens van de kunstenaar om een haast idyllische tegenhanger te creëren voor de harde realiteit van Victoriaanse alledag. De tentoonstelling is tot 7 februari 2010 te zien in de Staatsgalerie Stuttgard en reist dan door naar het Kunstmuseum Bern in Zwitserland.
Bij de tentoonstelling is een rijk geïllustreerde catalogus verschenen: Edward Burne-Jones. Das Irdische Paradies/The Earthly Paradise. Diverse auteurs bespreken in de verschillende hoofdstukken aspecten van Burne-Jones’ werk en leven, waaronder zijn schilderijencycli (zoals de Perseus, Cupid & Psyche en Pygmalion series), als ook zijn levenslange vriendschap met Morris, en zijn romantische relatie met Maria Cassavetti Zambaco, model voor onder andere het schilderij The Beguiling of Merlin (1872-77). Ook door Burne-Jones gebruikte thema’s als de Middeleeuwen, religie en de Heilige Graal worden nader toegelicht.

Edward Burne-Jones. Das Irdische Paradies, 232 pag., Hatje Cantz Verlag, ISBN 978-3-7757-2516-3, € 29,80. (De Engelse versie kost € 39,80.)

Bordewijk symposium

Op 13 november 2009 organiseren het Huygens Instituut en het Nederlands Muziek Instituut samen met de Koninklijke Bibliotheek, het Letterkundig Museum, het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie en het Centraal Bureau voor Genealogie een symposium over het kunstenaarsechtpaar Bordewijk. De schrijver Ferdinand Bordewijk (1884-1965) en de componiste Johanna Bordewijk-Roepman (1892-1971) woonden bijna hun hele leven in Den Haag. Bordewijk is een klassieke Nederlandse auteur die voortleeft in zijn werk, dat verfilmd is (Karakter), vertaald wordt en nog recent voor toneel is bewerkt en opgevoerd. Dat zijn vrouw als componiste actief was, is vrijwel onbekend, terwijl haar werk eind jaren '30 in Nederland en in de jaren '50 in Europa en de Verenigde Staten veelvuldig is uitgevoerd. Hun archieven worden in Den Haag bewaard: het Letterkundig Museum beheert het archief van de auteur, het NMI dat van de componiste. Het symposiumprogramma omvat lezingen, een kleine tentoonstelling en muziekopvoering, en wordt besloten met de presentatie van een nieuwe uitgave van een partituur van Bordewijk-Roepman uit het archief van het NMI. Meer informatie: communicatie@kb.nl.

Jubileum Kunstlicht

Het tijdschrift Kunstlicht nadert haar 30-jarig jubileum. Dit wordt gevierd op 27 november 2009 met het symposium Kunstgeschiedenis en Interdisciplinariteit: Kiezen of Delen?, een dubbeldik nummer en een vernieuwde website, waarop artikelen uit oude nummers toegankelijk worden gemaakt. K&WH steunt het jubileumcongres van harte als een van de sponsors en roept blog-lezers graag op het tijdschrift - een van de weinige overgebleven platforms voor onderzoeksresultaten op het vakgebied - met een abonnement te steunen.

Stadsgeschiedenis

In het vijfjarenplan van de Stichting Haags Industrieel Erfgoed werd de wens opgenomen om te komen tot een goede beschrijving van de historische ontwikkeling van het economische erfgoed van Den Haag. Er is behoefte aan een systematische wetenschappelijke studie van de economische ontwikkelingen en het daarbij behorende erfgoed. Hiertoe werd overleg gevoerd met onder meer de gemeente Den Haag (DSO), het Haags Historisch Museum (HHM), het Haags Gemeentearchief (HGA) en de Kamer van Koophandel Haaglanden. Op basis daarvan is vervolgens contact gelegd met de Vrije Universiteit Amsterdam (VU), waar begin 2008 een nieuw instituut is opgericht dat zich bezig houdt met de relatie tussen erfgoed en stedelijke ontwikkeling. In oktober 2009 kon een officiële start worden gemaakt met een nieuw onderzoeksproject: Economische geschiedenis van Den Haag. Ondernemen, stedelijke politiek en bedrijfserfgoed, 1800-2000. Onderzoekster drs. Sabine Go van de VU zal het eerste gedeelte van het project uitvoeren en in mei 2010 verslag doen van haar bevindingen. Voor meer achtergrond en informatie zie de website van SHIE.

Relevant voor het thema stadsgeschiedenis is ook de conferentie Waarom mensen in de stad willen wonen, 1200-2010. Op 12 november 2009 wordt de gelijknamige bundel onder redactie van Leo Lucassen en Wim Willems gepresenteerd in Societeit de Witte in Den Haag. Het boek vormt een bijdrage aan het NWO-onderzoeksprogramma Urbanisatie en Stadscultuur, en levert denkstof voor het maatschappelijke debat over deze thematiek. Aanmelden bij Nicis.

The Tate Movie Project

In oktober kondigde de Tate Gallery aan met steun van Legacy Trust UK (de organisatie die het cultuurprogramma bij de Olympische Spelen in Londen verzorgt) een opdracht te hebben gegeven aan het bekende bedrijf Aardman Animations, de bedenkers van onder meer Wallace & Gromit. Deze samenwerking zal resulteren in een animatiefilm voor en door kinderen in de leeftijd van 5 tot 11 jaar. Schoolkinderen zullen via workshops en een website zelf karakters en verhaallijnen uitwerken, die door Aardman met gebruik van de nieuwste technieken zal worden omgezet in een animatiefilm. De film zal dan bij de Spelen in 2012 worden gepresenteerd om te laten zien wat de creatieve kracht van Britse kinderen is.

Goupil online

Een nieuwe toevoeging aan de Getty Provenance Index® is de Goupil Database. Deze geeft online toegang tot alle voorraadboeken (stock books) van Goupil & Cie haar opvolger Boussod, Valadon & Cie uit de collectie van het Getty Research Institute. De 15 boeken uit het Parijse hoofdkantoor van deze invloedrijke kunsthandel geven informatie over aan- en verkoopdata, handelskosten, namen van kopers en verkoopprijzen van ca. 30.000 kunstvoorwerpen, welke tussen 1846 en 1919 door de galerie verhandeld werden.
Goupil & Cie was een belangrijke invloed in de (Franse) kunstwereld van de 19de eeuw. Na oprichting door Henri Rittner in 1827 werden filialen opgericht in Londen, Berlijn, Brussel, New York en Den Haag, zodat een breed netwerk voor de verkoop van kunstwerken en reproducties ontstond. Het werk van vooraanstaande kunstenaars van de School van Barbizon en De Haagsche School werden door Goupil verhandeld. In 1884 werd de naam gewijzigd in Boussod, Valadon & Cie. Kwantitatief onderzoek van de voorraadboeken zal veel nieuwe inzichten in de internationale kunsthandel van de 19de eeuw mogelijk maken.

Henry van de Velde symposium

Op 14 en 15 november 2009 organiseert het Henry van de Velde Gesellschaft in Hagen, Duitsland, een symposium ter gelegenheid van haar 50-jarig jubileum. Het studiegezelschap werd in 1959 opgericht door de toenmalige directeur van het Karl Ernst Osthaus Museum, Dr. Herta Hesse-Frielinghaus, in samenwerking met architecten als Walter Gropius, Ludwig Mies van der Rohe en Alvar Aalto om de gedachtenis aan de in 1957 overleden Van de Velde levend te houden. Sindsdien bevordert het gezelschap de studie van zijn oeuvre. Tijdens het tweedaagse symposium bespreken onderzoekers hoe deze studie zich in de afgelopen 50 jaar heeft ontwikkeld. Informatie en aanmelding: rouven.lotz@stadt-hagen.de.

2009/10/15

Wachten op de stoomboot

De pepernoten lagen voor het einde van de zomer al in de winkel, wat ons altijd een beetje doet vermoeden dat het de overgebleven voorraad van vorig jaar is, die men nog snel probeert te slijten voordat de nieuwe worden gebakken. En natuurlijk komt eerst Halloween nog, maar met het grauw regenachtige weer van de laatste weken raak je toch stiekem al in de stemming voor chocolademelk met een speculaasje. Waanders doet daar een schepje bovenop met het Sinterklaas boek, dat is verschenen bij de tentoonstelling over Sint-Nicolaas in Museum het Catharijne Convent (www.sintnicolaasopbezoek.nl).
Het is een heerlijk bladerboekje geworden, met veel glimmende 'oud-Hollandsche' plaatjes waarmee je lekker in de stemming voor die kop choco komt. Wie echter de moeite neemt de tekst ook te lezen, leert iets over de geschiedenis van Sinterklaas, zijn religieuze wortels en ontmoeting met Piet, hoe onze vieringen zich hebben ontwikkeld en hoe daar de commercie in is geslopen. De vele anekdotes bij de plaatjes lenen zich best om aan elkaar voor te lezen als de cadeautjes zijn uitgedeeld. (Een beetje vodka in de choco is daarbij optioneel.)
Meteen kopen dus en vóór 5 december aan iemand cadeau doen, al was het maar om terug te vechten tegen de kerstmarketinggekte die de goede ouwe Sint ieder jaar probeert te verdringen. Er is ruimte genoeg op de kalender voor alletwee de traditionele feestjes!

Publicatiegegevens: Het Sinterklaas boek, Waanders Uitgevers, Zwolle 2009, 352 pp., ISBN: 9789040086489, € 14.95.

[Afbeelding: Rie Cramer, De Goede Sint (Speciale bijlage Haagsche Post, Kerstnummer 25 december 1929). Litho, Bruikleen particuliere collectie. Foto: Museum Het Catharijne Convent, Utrecht]

My dear Watson

Na de hier eerder besproken remake van Dorian Gray, zijn er ook drie hervertellingen van Arthur Conan Doyle's Sherlock Holmes op komst. Zo werkt de BBC aan een uurlang drama, geschreven door Stefan Moffat (eerder verantwoordelijk voor scripts van Dr. Who en Jekyll) en Mark Gattis (van The League of Gentlemen). Martin Freeman vertolkt de rol van Watson, Benedict Cumberbatch is Holmes en Rupert Graves gaat op voor inspecteur Lestrade. En nu komt het, volgens een interview in The Guardian, speelt het verhaal zich af in de huidige tijd: 'the hell with the crinoline'. Hm... het script is de twee genieën wel toevertrouwd, maar toch jammer dat juist zij niet worden losgelaten om de ultieme, donkere Victoriaanse versie te creëren.
Daarnaast wordt een licht komische bioscoopfilm voorbereid voor release in 2010 door regisseur Guy Ritchie, die nog wel in het Victoriaanse tijdperk speelt. Bij het casten is de keus voor Watson en Sherlock gevallen op ex-pretty boy Jude Law en Robert Downey jr., die voor het in beeld brengen van Holmes' verslaving natuurlijk rijkelijk uit eigen ervaring kan putten. De trailer is al op YouTube te zien:



Een derde versie, waarin Holmes het opneemt tegen vreemde metalen monsters, is in productie bij Asylum, maar daarover is nog niet veel bekend. Totdat we beter hebben gezien, blijft onze favoriet de reeks Britse tv-series The Adventures of (1984-85), The return of (1986-1988), The Case-book of (1991-1993) en The Memoirs of Sherlock Holmes (1994), waarin de veel te vroeg overleden Jeremy Brett de detective speelt:


Ook de moeite waard is de cultversie van regisseur Billy Wilder, The Private Life of Sherlock Holmes, uit 1970 met Robert Stephens, Colin Blakely én... Christopher Lee als Sherlock's oudere broer Mycroft:

2009/10/08

Beeldrecht in de praktijk

Hebben we het er net over gehad, doet zich in de praktijk een beeldrechtkwestie voor. De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren is een onmisbare bron van literaire teksten, secundaire literatuur en biografieën uit de periode vanaf de Middeleeuwen. Veel standaardwerken en literaire hoogtepunten werden hier in tekst en beeld gereproduceerd. De DBNL heeft echter per 1 oktober het beeldmateriaal in boeken van na 1900 van haar website verwijderd. Er dreigt namelijk een schadeclaim van auteursrechtenorganisatie Pictoright, die meent dat het commercieel belang van een aantal van de bij haar aangesloten fotografen werd geschaad door opname van de afbeeldingen. De DBNL meent gebruik te kunnen maken van (wetenschappelijk) citaatrecht, maar nam in afwachting van de uitkomst van het meningsverschil met Pictoright toch de afbeeldingen weg.

2009/10/03

‘Kunsthistorici kunnen niet schrijven’

Dat zei Nicole Ex, een van de sprekers op het congres De schrijvende kunsthistoricus, op 2 oktober j.l. in de RKD. Zeer terecht overigens. Een probleem dat begint bij de opleiding. Ook de dames K&WH werden op de Universiteit Leiden geconfronteerd met gruwelen als Het Kunsthistorisch ABC, een leidraad voor het schrijven van saaie en ondoordringbare academische stukken. Je moest wel erg eigenwijs zijn, om het aangeleerde meteen na afstuderen weer te vergeten. Maar wie gelezen wil worden, moet begrijpelijke taal schrijven. Omdat het de meeste kunsthistorici aan journalistieke vaardigheden ontbreekt, geven redacties en uitgevers vaak de voorkeur aan een andere auteur. Bij- of nascholing is dus gewenst.

Een nieuw kunstfonds, Thieme Art, hoopt zich met titels op het gebied van (moderne) kunst en fotografie te gaan onderscheiden. Goed nieuws is dat de uitgever, Marloes Waanders, positief tegenover honorering van auteurs staat. Maar auteurs moeten zich verdiepen in het uitgeefproces om mee te kunnen denken met de opdrachtgever, zorgen dat hun publicatie-idee binnen het fonds past, en bovendien tarieven bieden die concurrenten buiten spel zetten.
Marie Christine van der Sman (directeur NAGO), deed iets zeer ongebruikelijks: zij besprak niet alleen de successen, maar ook de missers in een reeks van museale publicatieprojecten. Juist daarvan viel veel te leren: maak goede afspraken over alle aspecten van de samenwerking tussen auteur en museum. Niet alleen over honoraria, maar ook de afhandeling van het redactieproces, vertaling en drukproef. Bespreek wijzigingen altijd met auteurs en voorkom onderlinge verschillen in honorering.

Slechts weinig auteurs zijn goed bekend met hun eigen rechten. Zij verdiepen zich hier pas in wanneer een conflict ontstaat - te laat. Juriste Marijke Reinsma van de FreeLancers Associatie gaf aan, dat een museum als werkgever weliswaar rechten heeft op de tekst van haar instellingsmedewerkers, maar als opdrachtgever géén recht heeft op de tekst van een ingehuurde (freelance) auteur. Eerst moet overdracht van auteursrecht (schriftelijk) plaatsvinden. Een auteur kan daarbij zelf bepalen voor welke zaken hij/zij wel of niet een licentie verleend. Het is redelijk om voor recht op herdruk, online hergebruik of verfilming aanvullende vergoeding te verlangen.
Journalist Pierre Spaninks, voorzitter van de FreeLancers Associatie, speelde advocaat van de duivel door in te gaan op de het honorarium van freelance auteurs aan de hand van een rekenvoorbeeld. Uit vragen uit de zaal werd al eerder op de dag duidelijk, dat de meeste kunsthistorici een wat afwachtende houding aannemen: zij vroegen opdrachtgevers welke tarieven zij mochten hanteren. Dat terwijl een ondernemer toch uit moet gaan van zijn/haar bedrijfskosten voor het leveren van een product of dienst, en zijn eigen inkomenswens. Het hanteren van offertes is zinvol omdat dit een relatie van leverancier en afnemer creëert. Ook het hanteren van leveringsvoorwaarden voorkomt veel problemen.

Vincent van den Eijnde, directeur van beeldrechtorganisatie Pictoright, gaf aan dat auteurs, redacties en uitgevers op deze organisatie zijn aangewezen voor het overeenkomen van gebruiksvergoedingen voor afbeeldingen van moderne en hedendaagse kunst. Wetenschappelijke publicaties kunnen zich gelukkig beroepen op citaatrecht, maar voor de juiste interpretatie van de regels kan het zinvol zijn om vooraf met Pictoright te overleggen.
En zo was er meer goed nieuws. Kunsthistorici hoeven geen leen- of reprorechtvergoedingen mis te lopen. Cees Holierhoek (Cedar) gaf aan, dat wettelijk geregelde vergoedingen voor het uitlenen van boeken in bibliotheken en kopiëren van teksten aan auteurs toekomen. Deze worden uitgekeerd aan de uitgever, die als doorgeefluik fungeert, of aan de auteur zelf. Op de informatiemarkt bij het congres werden door Cedar aansluitingscontracten verstrekt, die voor auteurs kosteloos zijn.

Onze medeorganisator Catrien Deys gaf als dagafsluiting een overzicht van publicatiesubsidies. Ook al bieden die veel kansen, een kritische noot is op zijn plaats. In tegenstelling tot literaire fondsen, staan de meeste cultuurfondsen alleen de uitgever (rechtspersoon) toe een aanvraag te doen, niet de auteur zelf. Hierdoor is de commerciële sector aan zet. Bovendien hebben de meeste cultuurfondsen een voorkeur voor moderne en hedendaagse kunst. Zo wordt de verleiding wel erg groot om alleen nog te schrijven over zaken, die in aanmerking voor steun komen. Beslist wordt meestal op basis van een manuscript, wat aangeeft dat men uitgaat van instellingsauteurs, niet zelfstandigen. En in vrijwel alle gevallen geldt, dat honorering van auteurs aan een maximum is gebonden of alleen sprake van kosten voor levensonderhoud mag zijn. Voor de kosten van vormgeving, fotografie en drukwerk gelden zulke grenzen niet. Vorm krijgt zo ongemerkt voorrang op inhoud, en ondernemerschap van auteurs wordt alles behalve gestimuleerd.

Knelpunten zijn er in het vakgebied dus nog genoeg. Voor vakorganisaties als VNK, NMV en OSK ligt hier een belangrijke taak: het voorlichten van haar leden over hun rechten en plichten als auteur in de kunst-, cultuur- en erfgoedsector. Samenwerking met auteursorganisaties zou hierin uitkomst kunnen bieden.
Op de informatiemarkt bij het congres zagen we overigens een nieuwkomer in de kunstsector: de Vereniging van Historische Onderzoeksbureaus. Is dit wellicht de vakorganisatie voor zelfstandige vakgenoten, waar we sinds de opheffing van de SPKO op wachten?

De kunst van het bewaren

U koopt kunst omdat u het mooi vindt. Maar hoe gaat u er vervolgens mee om? Veel schade aan voorwerpen ontstaat door goedbedoeld, maar verkeerd onderhoud en ongunstige bewaaromstandigheden. Zoals het bij een raam hangen van een aquarel, of met meubeldoekjes-uit-de-supermarkt poetsen van oud hout. Het leven van kunstobjecten kan aanzienlijk worden verlengd door ze op de juiste wijze te behandelen, wat natuurlijk weer geld voor latere restauraties uitspaart. Véronique Fehmers (RecolArt) en Marie Christine van der Sman (MuseumService) organiseren op 6 november a.s. een informatieve middag over dit onderwerp in het Museum Geelvinck Hinlopen Huis. Deze middag biedt praktische aanwijzingen en tips, zodat ook toekomstige generaties kunnen genieten van de schoonheid van uw kunstwerk of verzameling. Restauratoren en andere experts op het vakgebied verzorgen lezingen over behoud en beheer. Meer informatie: info@recolart.nl.

Foodprint

Omdat een van ons ooit tijd werkzaam was bij Stroom, haags centrum voor beeldende kunst, volgt K&WH nog graag haar activiteiten. Projecten van Stroom volgen nooit de platgetreden paden in de kunst, maar banen nieuwe. Zo ook het project Foodprint, waarvan het resultaat een bijzondere, culinaire stadsgids is. Ze bevat gelukkig niet de gesponsorde recensies van restaurants, die in de geijkte gidsen te vinden zijn. De inhoudsopgave van Foodprint zegt al genoeg: ‘het Haagse bakkie’, ‘weduwe van Indie’, ‘ambtenarenkantine’, ‘china town’, ‘snackloket’, etcetera. Foodprint voert je langs de geheime eettentjes die alleen buurtbewoners kennen, inventariseert en verbeeldt het consumptiepatroon van de stad, en vertelt je welke slager nog zelf worst draait. Een prima gids voor wie kennis wil maken met de stad of er al jaren woont, maar ze nog beter wil leren kennen, onder het genot van de lekkerste hapjes die onze ondernemers te bieden hebben. Na het lezen waren we – voor de zoveelste keer – apetrots op onze stad.

Publicatiegegevens: Janneke Vreugdenhil, Francien van Westrenen (red.), Foodprint - Stadsgids Den Haag. Over de culinaire identiteit van de stad, 208 pagina's, NAi Publishers/Stroom, Den Haag 2009, ISBN 978-90-5662-697-6, € 19,95.

Op de kaart

In het kader van de afgelopen monumentendag verscheen bij de Stichting Haags Industrieel Erfgoed (SHIE) een herdruk van een industriekaart uit 1886. Op deze stadsplattegrond van Den Haag zijn onder meer fabrieken aangegeven. Ze is voorzien van een sierrand met afbeeldingen van bekende bedrijven uit die tijd, waaronder Beekman, Krul, Rozenburg, Lensvelt Nicola. De herdruk is te verkrijgen bij SHIE voor € 5,- (donateurs € 2,50).

Watermerken

De Koninklijke Bibliotheek is een van negen partners uit zes Europese landen, die hebben gewerkt aan het het internationale watermerkenproject Bernstein. Daarbij is een digitale omgeving ontwikkeld, waarin een uitgebreide bibliografie over de geschiedenis van papier opgenomen is. Het resultaat is de website Memory of Paper, een nieuw instrument waarmee oude drukken en prenten kunnen worden gedateerd en onderzocht.

2009/09/16

Inventarisatie Nederlandsch-Indisch erfgoed in Den Haag

Den Haag kent vele gebouwen, straten, kunstwerken en monumenten die getuigen van de band met voormalig Nederlandsch-Indië. Te denken valt aan voormalige bedrijfspanden van handelsmaatschappijen, maar ook woonhuizen of grafmonumenten van oud-Indiëgangers, waaronder bekende politici, zakenlieden, kunstenaars en auteurs. Een voorbeeld is het gebouw aan Lange Vijverberg 5, in 1932 in gebruik genomen door Ruys & Co, destijds hoofdvertegenwoordiger van de N.V. Rotterdamsche Lloyd in Den Haag. Deze vervoersmaatschappij verzorgde onder meer het verkeer van ambtenaren van en naar Nederlandsch-Indië. In het glas-in-lood in het trappenhuis staan alle bestemmingen van de Lloyd vermeld, waaronder Batavia. Het schitterende beeld van H.A. den Eynde boven de entree verbeeldt ‘Insulinde’s roepende stem’ als een vrouw met de blik naar de Oost.
De Afdeling Monumentenzorg van de Gemeente Den Haag wil bijdragen aan het behoud van het bijzondere Indische erfgoed in Den Haag door de overgebleven voorbeelden te inventariseren en vervolgens onder de aandacht van het publiek te brengen. Monumentenzorg heeft daartoe K&WH de opdracht gegeven eerst een plan voor een dergelijke inventarisatie uit te werken. Hierover later meer. Daarnaast bereidt K&WH op wat langere termijn de uitgave voor van een zakboekje in de reeks Den Haag rond 1900 van De Nieuwe Haagsche: Geïnspireerd door het Oosten (werktitel). Dit zal aandacht besteden aan invloeden uit zowel het Midden- als Verre Oosten op Haagse kunst en architectuur. Graag horen we van andere organisaties, onderzoekers of geinteresseerden, die over relevante informatie over dit stukje Haags verleden beschikken. Contact: audrey@kroonwagtberghansen.nl.

[Foto's: Lange Vijverberg 5 te Den Haag, ingangspartij en detail glas-in-lood in het trappenhuis (met dank aan de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland). © Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag 2009. ]

2009/09/11

Update: workshop subsidiewerving

Wie tijdens de kredietcrisis nog zoekt naar nieuwe mogelijkheden om kunstprojecten of -publicaties te financieren, komt al gauw uit bij subsidieregelingen. Het aantal aanvragen is in deze tijd extra hoog, dus veel hangt af van de kwaliteit van de aanvraag. Kroon & Wagtberg Hansen organiseert dan ook opnieuw de workshop Subsidie- & fondsenwerving in de kunst-, cultuur- & erfgoedsector (zie eerder bericht in deze blog). Op verzoek van deelnemers zijn de data verzet naar 30 oktober en 6 november, zodat deze niet overlappen met andere evenement op het vakgebied. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar. Meer uitgebreide informatie is op te vragen: audrey@kroonwagtberghansen.nl.

Van Vincent tot Alice



Bij het vallen van de blaadjes dient zich bij de één de jaarlijkse winterdepressie aan, terwijl de ander het afsterven der natuur met een melancholische glimlach aanschouwt. In New York is er voor de laatstgenoemden vanaf 17 november 2009 een passende tentoonstelling in het MOMA: een groot retrospectief van alleskunstenaar Tim Burton (1958). Dat deze fantastische regisseur ook vele andere creatieve pijlen op zijn boog heeft, is wellicht niet iedereen bekend. Naast het regisseren en produceren van films (zowel speelfilms, als animatie), heeft Burton zich tijdens zijn loopbaan ook uitgeleefd als schrijver, fotograaf en illustrator. Uit al zijn werk blijkt dat het creatieve kind in hem licht macabere interesses had. Deze bijzondere tentoonstelling toont - voor het eerst - meer dan 700 objecten van zijn hand, waaronder schilderijen, tekeningen en foto’s uit zijn persoonlijk archief. Daarnaast worden ook zijn 14 films vertoond.
Een voorproefje, het korte animatiefilmpje Vincent uit 1982, vindt u in de rubriek ‘Cult’ onderaan deze blog. De titel refereert naar (Hammer)horrorveteraan Vincent Price (1911-1993), die tevens de voice-over voor het filmpje voor zijn rekening nam. Na Willy Wonka is Alice de volgende kinderklassieker die onder het mes gaat. De trailer is al op YouTube te vinden.

[Afbeelding: Zonder titel (Frankenweenie), 1982, gemengde techniek, 27.9 x 33 cm. Privécollectie.
© 2009 Tim Burton]

2009/08/15

Eeuwige jeugd

Na de zomervakantie volgen enkele film releases om naar uit te kijken. Remakes zijn nog steeds populair, bij schrijnend gebrek aan origineel materiaal, dus worden de Victoriaanse boekenkasten opnieuw geplunderd, van Wilde tot Conan Doyle. In september verschijnt bijvoorbeeld de zoveelste hervertelling van Oscar Wilde's The Picture of Dorian Gray (1890), dit maal geregisseerd door Oliver Parker. In afwachting daarvan kun je op Youtube alvast de nieuwe trailer vergelijken met de eerdere verfilmingen:



Dan de Engelse televisieversie uit 1976 met Peter Frith, Jeremy Brett en John Gielgud:


Een foute Europroductie uit 1970 van Massimo Dallamano met Helmut Berger, tenenkrommend nagesynchroniseerd:


Tot slot onze favoriet, de Hollywood klassieker uit 1945 van MGM met Hurd Hatfield, George Sanders en Angela Lansbury:

2009/08/14

Wagashi

Op de fotosite Flickr kun je zoeken op de term food porn. Geen paniek! Dit leidt niet naar afbeeldingen van onzedelijke handelingen verricht met etenswaren... Wel vind je zo wonderschone foto's van de meest uiteenlopende en exotische gerechten, die het water in de mond doen lopen. Onze favoriete subrubriek is wagashi, een vorm van traditionele Japanse confisserie, die onder meer bij de thee wordt geserveerd. Wat zo prachtig is aan deze zoete snoepjes en koekjes? Hun verfijnde vormgeving. Deze weerspiegeld de seizoenen of de natuur, is gebonden aan streek en traditie, en roept emoties op. Ingredienten zijn eenvoudig, zoals rijstmeel, suiker, fruit en azukibonen, maar het resultaat is een vorm van kunst. Net als de foto's waarmee ze worden vastgelegd. Trek gekregen? Een van de mooiste selecties op Flickr is de set van een Japanse fotografe, BananaGranola.

2009/08/03

Grafiek Munch in Städel Museum

Het Städel Museum in Frankfurt wijdt tot 18 oktober 2009 een tentoonstelling aan het grafische werk van de Noorse kunstenaar Edvard Munch (1863–1944). Zijn symbolistische oeuvre verbeeldt vaak het landschap van de geest, met name gemoedstoestanden als liefde, jaloezie, eenzaamheid en angst. Maar ook portetten spelen ook een belangrijke rol in zijn grafische oeuvre, waaronder psychologische momentopnamen van vrienden als Henrik Ibsen, Stéphane Mallarmé en August Strindberg. Zo'n 80 werken uit de museumcollectie worden afgezet tegen die van tijdgenoten en invloeden, waaronder Beckmann, Gauguin, Heckel, Klinger, Redon en Toulouse-Lautrec. Voor wie geen gelegenheid vindt om de tentoonstelling te bezoeken, is een bezoek aan de Munch website een alternatief. Deze geeft niet alleen biografische informatie, maar gaat ook in op gebruikte technieken en thema's. Daarnaast bevat ze gedetailleerde informatie over de werken in de museumcollectie.

[Afbeelding: Edvard Munch (1863-1944), Die Gasse, 1895, bewerkte Litho. Städel Museum, Frankfurt am Main. Foto: Peter McClennan. © The Munch Museum / The Munch Ellingsen Group / VG Bild-Kunst, Bonn 2009]

Aanwinst NAi: collectie Carmiggelt

Het Nederlands Architectuurinstituut heeft onlangs een collectie documentatie en fotoalbums van Willem Berend Carmiggelt (1868-1958) verworven. Hij werkte in Indië als als bouwkundig opzichter bij het Departement Burgerlijke Openbare Werken en later als architect voor de Landsgebouwendienst. Gedurende zijn verblijf in Indië in de jaren '10-'20 fotografeerde hij vele gebouwen en bouwwerkzaamheden, maar ook landschappen en stadsgezichten. Deze vormen nu een prachtige documentatie van het leven en de architectuur ter plaatse. Op de website van het NAi is een selectie van 21 foto's te bekijken.

2009/07/18

Pimp my Pre-Raphaelite

Vanaf 21 juli zendt de BBC elke dinsdag om 22.00 uur de zesdelige serie Desperate Romantics uit. Deze reeks portretteert de Pre-Raphaelite Brotherhood (Dante Gabriel Rossetti & kompanen) als jonge, ambitieuze en energieke mannen - nog voordat drugs, sex en haarverlies hun tol eisten. Een jonge Ken Russel had dit onderwerp fantastisch in beeld kunnen brengen. Maar de gekozen benadering van 'pimped up' historisch drama, die de BBC ook al voor The Impressionists koos, werkt K&WH op de zenuwen.
Zo subtiel als een mokerhamer wordt benadrukt dat het er in vroeger tijden niet altijd kuis en proper aan toe ging, en wordt geforceerd een parallel getrokken tussen het losbandige leven van deze kunstenaars en de huidige popsterren. De reeds uitgezonden previews schilderen de heren Pre-Raphaelieten overdreven af als aantrekkelijke bad boys, die gloeiend van testosteron het academische etablissement omver smeten met hun vernieuwende schilderstijl en opzettelijk shockerende romantische escapades.
In de Radio Times (18-24 juli) merkt columniste Alison Graham dan ook terecht op:
[It] reminded me of the episode in Blackadder the Third featuring the poets in the coffee shop. […] Shelly, Coleridge and Byron were lounging around, being comically tragic ('Be quiet, sir! Can’t you see we’re dying?'), before Blackadder observed: 'There’s nothing intellectual about wandering around Italy in a big shirt, trying to get laid.' Substitute 'Victorian London' for 'Italy' and you’ve got Desperate Romantics in a nutshell.
Toch maar kijken, al was het maar om te zien hoe de huidige generatie de Victoriaanse kunst interpreteert en daarover - naar goed Haags gebruik - tijdens het kijken hardop over te kankeren. Wel jammer dat we geen aandelen hebben in de cadeauwinkelketen Past Times, want ongetwijfeld stijgt de verkoop van kalenders, koelkastmagneten en koekblikken met reproducties wanneer Engelse huismoeders in de eerste aflevering op de erotische ondertoon van de overbekende schilderijen worden gewezen.

2009/07/17

Nieuwe onderzoeksbeurs voor kunsthistorici

Het Van Gogh Museum heeft, naar aanleiding van het afscheid van Ronald de Leeuw als algemeen directeur van het Rijksmuseum, een onderzoeksbeurs van 5000 euro in het leven geroepen.
Met de Ronald De Leeuw Onderzoeksbeurs wil het Van Gogh Museum de herinnering aan de verdiensten van De Leeuw als haar directeur (1986-1996) levend houden. Tijdens dit directeurschap heeft De Leeuw zich onder meer sterk gemaakt voor het belang van onderzoek naar de 19de-eeuwse, West-Europese kunstgeschiedenis. Het Van Gogh museum biedt voortaan jaarlijks een onderzoeker de mogelijkheid om onderzoek te doen naar een onderwerp uit het verzamelgebied van het museum. De onderzoeker wordt met deze beurs in de gelegenheid gesteld een afstudeerscriptie over een onderwerp uit de West-Europese kunstgeschiedenis uit de periode 1830-1914 te bewerken tot een publicatie, een voorstel te schrijven voor een promotieonderzoek of een onderzoeksreis te doen.
Een selectiecommissie beoordeelt de voorstellen; de sluitingsdatum voor het indienen van aanvragen is 1 september 2009. Geïnteresseerden kunnen terecht op www.vangoghmuseum.nl/onderzoek voor meer informatie.

2009/07/04

Cultuur van de waanzin

De Duitse academische werkgroep Kulturen des Wahnsinns (1870-1930) richt zich, zoals de 'gezellige' titel al aangeeft, op de studie van de moderne stedelijke cultuur. Haar fascinerende onderzoeksprojecten hebben onder meer betrekking op de definitie van 'normaal' rond 1900, occulte architectuur, forensische psychologie, de relatie tussen artistieke creativiteit en geestesgesteldheid, en het voorkomen van psychische afwijkingen in de koloniale gebieden. De werkgroep organiseert diverse activiteiten, waaronder een workshop in 2010, 'Modern Times - Zeiten der Stadt'. De call for papers (pdf) roept op tot het indienen van voorstellen, die recent onderzoek naar de stad rond 1900 als creatieve broedplaats of ziekmakende zondepoel. belichten. Meer informatie is te vinden op de prachtig vormgegeven website van de werkgroep.

Deftig vermaak

Tijdens de zomervakantie is in Gent een tentoonstelling uit de collectie van het Liberaal Archief te zien, die de de ontspanning van de lokale burgerij omstreeks 1900 in beeld brengt.
De tentoonstelling belicht diverse vormen van vermaak in de stad: de dierentuin, het casino, het Citadelpark, de rond 1900 nieuwgebouwde theaters, maar ook groots opgezette spektakels, zoals de vliegshows van Farman en Pégoud, en diverse circusacts. Het hoogtepunt van die periode was echter de Wereldtentoonstelling, die in 1913 in Gent werd gehouden. Saiant detail is dat de Belgische bisschoppen destijds lieten weten, dat priesters, directies van de scholen en ouders van deze kinderen een aantal secties van de Wereldtentoonstelling niet mochten bezoeken, zoals de afdelingen over kunst, boekdrukkunst en mode. Als reden werd genoemd, dat de vakantietijd gevaarlijk was voor 'het groot werk van de christelijke opvoeding der jeugd'. Het advies aan vakantiegangers was om de 'onschuld' van hun kinderen goed te beschermen: 'Het reizen levert gedurig gevaar op voor de jeugd, en het gevaar is nog vermeerderd door de attracties, de feesten, de losbandigheid in de kledij die men allermeest vindt in de grote steden en de badplaatsen'.

Tentoonstelling: Deftig vermaak, ijdel vertier. Burger en ontspanning in Gent in het Belle Epoque, Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster, Gent, 17/07-13/09/2009.

2009/06/23

Congres: Omar Khayyam

Een van de belangrijke inspiratiebronnen van 19de-eeuwse kunstenaars was de Rubaiyat of Omar Khayyam, een vertaling van een perzisch gedicht uit de 11de eeuw door Edward FitzGerald (1809–1883). De geillustreerde uitgaven met tekeningen van Edmund Dulac (zie afbeelding) en Arthur Rackham staan bij menig liefhebber op de boekenplank.
Op 5 juli 2009 wordt het internationale congres The Legacy of Omar Khayyam: Mathematician, Philosopher, Astronomer and Poet geopend met uitvoering van muziekstukken die aan het werk zijn gerelateerd. Het eerste deel van het eigenlijke congres vindt vervolgens plaats in Leiden op 6 en 7 juli, het tweede deel in Cambridge op 8, 9 en 10 juli. In Leiden wordt het leven en werk van Khayyam als kunstenaar, wetenschapper en dichter beschouwd, terwijl men in Cambridge vooral kijkt naar Edward FitzGerald en de impact van de Rubaiyat op Engelse literatuur. Meer informatie en het Leidse programma zijn te vinden op de website van de universiteit.

Kennisarchitectuur

De laatste tijd belanden de meeste persberichten die wij van het NAi ontvangen in de prullebak, niet op deze blog. Het nieuwe beleid lijkt zich vrijwel uitsluitend te concentreren op hedendaagse architectuur en stedebouwkundig beleid, alsof de aandacht voor het historische erfgoed een paar treden lager op de prioriteitenlijst is komen te staan. Jammer, vooral omdat de Stichting Bonas, die dit wel tot haar primaire aandachtsgebied rekent, zoveel minder middelen tot haar beschikking heeft om hiermee naar buiten te treden.
Maar binnenkort vindt een evenement plaats, dat wel onze aandacht trok. Op 6 juli 2009 begint de workshop The Architecture of Knowledge. Public Library of the Future. Professionals en studenten brainstormen twee weken lang om een ontwerp voor de ‘bibliotheek van de toekomst’ te creëren op een symbolische plek: de bibliotheek en collectievleugel van het NAi.
Bibliotheken zoeken naar nieuwe mogelijkheden om (jonge) raadplegers te trekken, zoals het openen van gamecorners. Zij plannen nieuwe huisvesting, herhuisvesting of herinrichting. Is die nieuwe huisvesting toegerust voor de toekomstige taken van de bibliotheek? Kan ze nog volstaan met de klassieke invulling? Vroeger was een bibliotheek een kennis-tempel, maar in de huidige maatschappij is haar opzet en functie veranderd, wat ook aanpassing van de locatie vraagt. Een grondige analyse van deze veranderingen maakt deel uit van het project The Architecture of Knowledge. Goed of slecht nieuws voor ouderwetse boekenwurmen zoals wij? Zet het 'stilte'-bordje maar vast in een vitrine.

2009/06/17

Theaterlied

De meest recente uitbreiding van Het Geheugen van Nederland betreft de omvangrijke verzameling bladmuziek van theaterliedjes uit de collectie van het Theater Instituut Nederland.
De collectie Theaterlied omvat het Nederlandstalige repertoire, dat door Nederlandse artiesten in het theater ten gehore is gebracht. De getoonde collectie omvat 11.500 stuks bladmuziek, waarvan veel uit de periode rond 1900, vaak afkomstig uit bezit van artiesten of hun nabestaanden. De collectie is gedigitaliseerd met subsidie van Metamorfoze, het nationale programma voor het behoud van het papieren erfgoed.
De omslag van de bladmuziek diende als reclame voor het liedje. Daarom zijn deze vaak fraai vormgegeven, wat het bladeren door de collectie een aangename bezigheid maakt.
De teksten zelf bestrijken alles wat een mens kan bezighouden, waaronder natuurlijk de pasgevonden of pasverloren liefde.
Alle bladmuziek en dertig geluidsopnamen kunnen voor eigen gebruik worden gedownload dankzij auteursrechtelijke afspraken met auteursrechtorganisatie Musicopy.

[Afbeeldingen: J.P.J.H. van Clinge Doorenbos, Alcohol, ca. 1925. Collectie TIN, Amsterdam, signatuur CLI2; Frederik van Monsjou, Artistje, ca. 1925. Collectie TIN, Amsterdam, signatuur H7]

Indisch Familie Archief gaat verhuizen

De Stichting Indisch Familie Archief, opgericht in 1972 door Dick Visker, verzamelt en presenteert documentatie, die een inzicht geeft in de geschiedenis van Nederlands-Indische families. Het bewaren en toegankelijk maken van deze informatie is van belang, omdat het historisch besef en kennis over het onderwerp vergroot. Deze activiteiten worden mogelijk gemaakt door donateurs van de stichting.
Vanaf 1 september 2009 wordt het Indisch Familie Archief, voorlopig voor een periode van 5 jaar, gevestigd op de studiezaal van het Haags Gemeentearchief aan het Spui. Het is daar beter toegankelijk voor (oudere) bezoekers dan op de oude locatie aan de Stadhouderslaan. Ook kan het Gemeentearchief professionele opslag en beheer van het kwetsbare archiefmateriaal garanderen.

2009/06/11

Haering party!

Koninklijke De Swart hield vandaag haar jaarlijkse Haering Party. Nu begeven wij ons zelden in het Haagse borrelcircuit - we zijn niet van die netwerktijgers, eerder kittens. Maar de dames K&WH waren hier wel van de partij in het kader van de samenwerking aan de zakboekjesreeks Den Haag rond 1900 met De Nieuwe Haagsche, dochter van KDS. U heeft wat gemist hoor. Alle geïnteresseerden konden een kijkje nemen in de drukkerij, waar het lawaai en productiegeweld van de vele drukpersen nooit stilvalt. Daarna werden de gasten getrakteerd op een keur aan culinaire verleidingen en begeleidende drankjes. Niet alleen een Scheveningse viskar, volgeladen met de beloofde haering, oesters, boterzachte paling en andere mooie zeevruchten (met, jawel, zelfs Deense Aquavit op ijs!). Het feestje werd opgeluisterd met een spectaculaire drum- en dansband, die in de wijde omtrek te horen moet zijn geweest. Bij deze zonnige borrel bereikte het gezelschap al snel het stadium van gezelligheid en geanimeerde gesprekken, maar dat bleek slechts een voorafje. Er stond ook nog een compleet asperge-buffet klaar. Met andere woorden, de gastheer heeft met deze party laten zien, dat dit bedrijf een ster is in niet alleen drukwerk, maar ook relatiebeheer. Krijgen we volgend jaar weer een uitnodiging?

Geen babbeltruc

De architectuur in Den Haag is rijk aan glas-in-lood, van bovenlichten tot tochtpuien. Al eerder kondigden wij via deze blog een geplande publicatie over het onderwerp aan. Graag doen we u verslag van de tussenstand. Na het raadplegen van literatuur en de bestanden van het Gemeentearchief, Gemeentemuseum en Gemeentelijke Dienst Monumentenzorg werd duidelijk dat er schrikbarend weinig documentatie of beeldmateriaal van Haags glas-in-lood voorhanden is. Een overzicht of register over het onderwerp bestaat nog niet (en zelfs al is een gevel beschermd, het glas daarin heeft op zich geen monumentenstatus).
Dus hebben we alternatieve wegen bewandeld, in de eerste plaats Flickr en Funda. Veel stadgenoten leggen als amateur of professioneel fotograaf de details van architectuur vast en maken hun werk toegankelijk via creative commons licenties op Flickr. Een aantal van hen stelde op verzoek hun foto’s beschikbaar voor het boekje. Daarnaast bleek zoeken op Funda een goede manier om glas-in-lood in particuliere panden op te sporen. Ook van makelaars – op één chagrijnige na – kregen we toestemming voor gebruik van beeldmateriaal.
En natuurlijk zijn we op de fiets gestapt. Zelf door de stad zwerven bleek verreweg de beste manier om verborgen juweeltjes op te sporen. Maar van buitenaf gefotografeerd is glas-in-lood vaak onopvallend, terwijl van binnenuit gezien de kleuren in het zonlicht spetteren. Aanbellen bij particulieren dus, met de vraag of we een foto mochten maken vanuit de hal of woonkamer. Hoewel een enkeling aanvankelijk in de veronderstelling verkeerde dat er Jehova’s voor de deur stonden, en één mijnheer toch echt eerst de mening van zijn op dat moment afwezige echtgenote moest vragen, werkte nagenoeg iedereen spontaan mee. Terwijl in de media voortdurend gewaarschuwd wordt voor babbeltrucs, blijken Hagenaars zonder achterdocht bereid om vreemden in hun woning toe te laten, zo lang het maar in het belang van de kunstgeschiedenis is. Daarbij gaven vele bewoners aan, het fijn te vinden dat het onderwerp eindelijk eens aandacht krijgt. Ook vele bedrijven en winkeliers namen de moeite om ons te ontvangen of zelf een foto aan te leveren. En in afwezigheid van de eigenaar bleek een groep Poolse bouwvakkers wel bereid ons binnen te laten, nadat we in gebarentaal hadden uitgelegd waar we voor kwamen. De auteurs danken alle betrokkenen hartelijk voor hun vriendelijke medewerking! Over het eindresultaat zullen we u binnenkort nader berichten.

Mi Enjoy

Bewoners van de Haagse Bomenbuurt zullen beamen dat, als er één ding de afgelopen 25 jaar node gemist werd in het winkelgebied rond de Thomsonlaan/Fahrenheitstraat, dat een gezellige lunchroom was. We hebben dan wel een snackbar en diverse kroegen, en een bakker met een terrasje, maar die beantwoorden niet aan alle behoeften van het winkelend publiek, laat staan die van ladies who lunch. Toen in een leegstaand pand middels een raamposter de vestiging van een lunchroom werd aangekondigd, werd onze verwachting hooggespannen. Het pand bleef echter maandenlang ongeopend in staat van verbouwing omdat, zo blijkt achteraf, de gemeente ongewoon langzaam was met vergunningen.
Maar nu is het dan echt zover: bij Mi Enjoy kunt u ontbijten, lekker lang koffie leuten en heerlijk lunchen, bij mooi weer ook aan tafeltjes aan de straatkant of op het tuinterras aan de achterzijde. Op de kaart staan – tegen bijna ouderwetse horecaprijzen - natuurlijk tosti’s en broodjes, maar ook salades, omeletten en mooi opgemaakte luxe broodjes, en voor de stevige trek een aantal warme gerechten. Zaterdag is uitgeroepen tot pannekoekendag. Onze favoriet is een Thomsonlaantje, een waldkoorn broodje met rucola, rosbief, ei, alfalfa, pijnboompitten en mosterddressing. Veel winkeliers in de omgeving smeren niet langer zelf hun lunchbammetjes, maar komen ze hier afhalen, en gelijk hebben ze. Het tuinterras is al ingewijd als ons nieuwe ‘buitenkantoor’.

2009/05/27

Congres: De schrijvende kunsthistoricus (update 01/07/2009)

Over kunst, cultuur en erfgoed wordt veel geschreven. Zowel liefhebbers als professionals - freelancers, zelfstandigen en instellingsmedewerkers - treden regelmatig als auteur op. Samen zijn zij jaarlijks verantwoordelijk voor honderden artikelen in kranten en tijdschriften, catalogi en boeken over beeldende kunst, vormgeving en architectuur. Maar zij zijn niet altijd volledig op de hoogte van de rechten en plichten die voortvloeien uit auteurswerkzaamheden. Daarom vindt op 2 oktober 2009 het informatieve congres De schrijvende kunsthistoricus. Knelpunten bij auteurswerkzaamheden in de kunst-, cultuur- en erfgoedsector plaats in het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD)te Den Haag. Tijdens dit congres wordt door deskundigen inzicht gegeven in diverse vraagstukken die zowel voor de auteur zelf, als voor hun opdrachtgevers en uitgevers van groot belang zijn. Behandelde vragen zijn onder meer:

- Welke afspraken maak je met een redactie of uitgever?
- Welke tarieven gelden voor het leveren van teksten?
- Wat zijn leen- en reprorechtvergoedingen, en wie heeft daar recht op?
- Hoe zit het met beeldrecht en het overige auteursrecht?
- Wie adviseert of bemiddelt bij een conflict?
- Waar kun je terecht voor informatie of subsidie?

Enkele knelpunten toegelicht
Veel musea en andere culturele instellingen geven in eigen beheer publicaties uit. Zij lopen daarop wettelijk geregelde vergoedingen van bibliotheek- en kopieergebruik mis, omdat zij (nog) niet participeren in de jaarlijkse repartities via de Stichting Leenrecht en de Stichting Reprorecht. Ook weten schrijvende kunsthistorici en andere auteurs vaak niet, of en hoe zij zelf aanspraak kunnen maken op hun aandeel van leen- en reprorechtvergoedingen via de Stichting Lira. Zo lopen ook zij inkomsten mis.
Daarnaast bestaan onder zowel auteurs als opdrachtgevende musea en cultuurinstellingen nog veel misverstanden over auteursrecht. Zo denken opdrachtgevers soms dat zij automatisch auteursrecht hebben op teksten van freelancers, terwijl dit niet het geval is. Bij het verstrekken van onderzoeks- en schrijfopdrachten worden licenties niet altijd goed geregeld, waardoor conflicten kunnen ontstaan.
Beeldrecht is een ander punt, waarover misverstanden kunnen bestaan; auteurs en museummedewerkers weten vaak niet wanneer zij zich bij het gebruik van afbeeldingen (in wetenschappelijke context) op citaatrecht kunnen beroepen en wanneer niet.
Organisaties van journalisten, schrijvers en vertalers hebben ervaring met bovenstaande problematiek en kunnen uitkomst bieden. Hoog tijd dus, om op het congres met de vertegenwoordigers van deze vakgebieden kennis te maken.

Organisatie en sponsors
Het congres wordt aangeboden door de FreeLancers Associatie (FLA, onderdeel van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers) in samenwerking met het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD). Het evenement wordt mede mogelijk gemaakt door steun van de Stichting LIRA Fonds, Stichting Reprorecht en de Nederlandse Museum Vereniging (NMV). Initiatief en organisatie zijn in handen van Kroon & Wagtberg Hansen kunsthistorisch projectmanagement, met medewerking van mw. drs. Catrien Deys.

Dagprogramma (onder voorbehoud)
Het congres is toegankelijk voor alle belangstellenden. In de pauzes kunnen deelnemers een informatiemarkt bezoeken, waar diverse vakorganisaties zich presenteren. De lezingen zijn verdeeld in een drietal themasessies:

09.00-10.00 Ontvangst en koffie / bezoek Informatiemarkt
10.00-10.05 Welkomstwoord, dr. Rudi Ekkart, directeur Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
10.05-10.15 Inleiding op het congresthema, mw. drs. Andréa Kroon, kunsthistoricus Kroon & Wagtberg Hansen.
Sessie I. Auteurs en opdrachtgevers
10.15-10.45 mw. drs. Nicole Ex, freelance kunsthistoricus / auteur: De freelance kunsthistoricus als auteur. Voorbeelden uit de dagelijkse praktijk
10.45-11.15 mw. Marloes Waanders, fondsuitgever Uitgeverij Thieme Art: Publiceren over kunst. De stimulerende rol van de uitgever
11.15-11.45 mw. drs. Marie Christine van der Sman, directeur Nederlands Archief Grafisch Ontwerpers (NAGO) / coördinator website MuseumService: Musea en auteurs. De relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer
11.45-12.05 Vragen / discussie
12.05-13.30 Lunch (op eigen gelegenheid) / bezoek Informatiemarkt
Sessie II. Ondernemerschap en auteursrecht
13.30-14.00 drs. Pierre Spaninks, freelance journalist / voorzitter FLA: Waarom publiceren voor ‘de eer’? Marktconforme tarieven voor professionele auteurs
14.00-14.30 mw. mr. Marijke Reinsma, auteursrechtspecialist / bestuurslid FLA: Auteursrecht in de praktijk. Do’s en dont’s bij het opstellen van (uitgevers)contracten
14.30-15.00 Vincent van den Eijnde, directeur Pictoright: Beeldrecht - vergoeding of vrijstelling? De toepassing van citaatrecht bij gebruik van afbeeldingen in wetenschappelijke publicaties
15.00-15.20 Vragen / discussie
15.20-15.50 Theepauze / bezoek Informatiemarkt
Sessie III. Wettelijke vergoedingen en subsidies
15.50-16.20 drs. C.P.A. Holierhoek, secretaris Stichting Leenrecht: Leen- en reprorechtvergoedingen: een gemiste kans voor musea en kunsthistorici?
16.20-16.50 mw. drs. Catrien Deys, projectcoördinator Collectiewijzer.nl / mw. drs. Andréa Kroon, kunsthistoricus Kroon & Wagtberg Hansen: Publicatiesubsidies in Nederland. Kansen voor uitgevers en auteurs
16.50-17.20 Vragen / discussie
17.20-17.30 Afsluiting, mw. drs. Andréa Kroon, kunsthistoricus Kroon & Wagtberg Hansen
17.30-18.00 Borrel, aangeboden door St. LIRA Fonds / St. Reprorecht; bezoek Informatiemarkt

Praktische gegevens
Het congres vindt plaats op 2 oktober 2009 in de Aula van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD), Prins Willem Alexanderhof 5 te Den Haag, van 10.00 uur tot 17.30 uur.
Deelnemerskosten bedragen € 35,- (leden VNK, OSK, NMV, FLA en VSenV) / € 55,- (overige deelnemers). Deelnemerskosten zijn inclusief koffie / thee, deelnemersmap en toegang tot de informatiemarkt; lunch is op eigen gelegenheid.
In verband met het beperkte aantal plaatsen is aanmelding voor 25 september 2009 vereist. Reservering geschiedt op volgorde van aanmelding en is pas definitief na overschrijving van de registratiekosten. Schrijf tijdig in om teleurstelling te voorkomen. Een registratieformulier is op te vragen bij de congresorganisatie: audrey@kroonwagtberghansen.nl.

2009/04/07

Workshops voor kunsthistorici

Vooral tijdens een kredietcrisis is het moeilijk om nieuwe projecten zelfstandig te realiseren. Professionals in de kunst-, cultuur- en erfgoedsector zijn dan ook steeds vaker genoodzaakt externe ondersteuning aan te zoeken. Daardoor krijgen kunsthistorici, auteurs, kunstenaars en anderen, die normaliter niet als fondsenwerver werkzaam zijn, toch met subsidietrajecten te maken. Kroon & Wagtberg Hansen organiseert op 9 en 16 oktober 2009 een workshop Subsidie- & fondsenwerving in de kunst-, cultuur- & erfgoedsector. Dit is een training basisvaardigheden voor (startende) professionals, die deelnemers de werving niet uit handen neemt, maar vaardigheden en advies biedt, waarmee zij met zelfvertrouwen aan de slag kunnen. Deelnemers werken in informele sfeer zelf een conceptaanvraag uit.
Daarnaast wordt ook een workshop voor freelancers en zelfstandigen in de kunst-, cultuur- en erfgoedsector georganiseerd op 11 en 18 september 2009: De kunsthistoricus als ondernemer. Deze informeert (startende) professionals over tal van praktische zaken; van tarifering en het maken van offertes, tot auteursrecht en contracten met opdrachtgevers, maar ook over verzekeringen en belastingvoordelen, het maken van publiciteit en het voorkomen van conflicten met opdrachtgevers.
De beide workshops vinden plaats op een passende (kunst)historische locatie: de bestuurskamer van Schilderkunstig Genootschap Pulchri Studio te Den Haag. Meer informatie is op te vragen: audrey@kroonwagtberghansen.nl.