2008/11/11

Den Haag rond 1900

Uitgeverij De Nieuwe Haagsche is gespecialiseerd in (historische) publicaties over de stad en de regio Den Haag. In 2009 zal De Nieuwe Haagsche in samenwerking met K&WH een reeks kleine zakboekjes rond het thema Den Haag rond 1900 doen verschijnen. Deze belichten de kunst- en cultuurgeschiedenis van de stad vanuit bijzondere invalhoeken. Geplande titels zijn:

- De speling van het licht. Glas-in-lood in Den Haag rond 1900;
- Aapjes kijken. Dierentuinen in Den Haag en Wassenaar, 1850-1950;
- ‘Geheim’ Den Haag. Een wandeling langs vrijmetselaarstempels en andere esoterische monumenten, 1850-1950;
- Elegant toerisme. De vormgeving van hotels in Den Haag en Scheveningen rond 1900;
- Geïnspireerd door het Oosten. Oriëntalisme in Den Haag rond 1900.

Doel van de publicatiereeks is om lezers bekend te maken met het bijzondere verleden van specifieke locaties in de regio. Zo wordt aandacht besteed aan ‘geheime’, ‘verborgen’ en ‘verloren’ schoonheid in vormgeving, interieur en architectuur in de stad, en wordt aangegeven welke onderdelen van het inmiddels zo vertrouwde stadsbeeld ooit werden meegebracht uit andere culturen. De zakboekjes zullen vanwege hun kleine formaat, lage prijs en sierlijke vormgeving een ideaal geschenk vormen, dat zowel bewoners als bezoekers van de regio aanspreekt. Het project wordt mede mogelijk gemaakt met steun van het VSBfonds, het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Gravin van Bylandt Stichting. Beeldmateriaal is grotendeels afkomstig uit het Haags Gemeentearchief.

Het eerste deeltje dat in deze reeks zal verschijnen, is De speling van het licht. Glas-in-lood in Den Haag rond 1900. Lezers van deze blog kunnen suggesties doen voor bijzondere glasramen op locaties, die aandacht in het boekje verdienen. Reacties kunt u zenden aan: audrey@kroonwagtberghansen.nl.

2008/11/01

Rijksmuseum voor Volkenkunde

Als we dan toch bezig zijn met herinneringen ophalen (zie 'Haagsche scholen' hieronder): tijdens onze studie kunstgeschiedenis in Leiden liepen de dames K&WH een jaar stage bij het Rijksmuseum voor Volkenkunde. Op dat moment werd in het kader van het Deltaplan voor Cultuurbehoud de Japan-collectie in een nieuw depot ondergebracht, wat vermoedelijk heeft bijgedragen aan de liefde voor Japans lakwerk en porselein. Daarnaast werd de dependance in Breda opgedoekt, zodat we ook die collectie van dichtbij konden bekijken. Vanuit die eerste kennismaking met collectiebeheer is de betrokkenheid bij textielrestuaratie en cultuurbehoud gegroeid. Een leuke tijd.
Het museum kent een rijke geschiedenis, welke door cultureel antropoloog Rudolf Effert in beeld is gebracht. Tot de stichting van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden in Den Haag in 1816, bevonden etnografische verzamelingen in Nederland zich voornamelijk in privécollecties. De collectie bestond uit een legaat van Chinese objecten, als ook voorwerpen van het koninklijk huis en stukken met betrekking tot de vaderlandse geschiedenis. De eerste directeur, R.P. van de Kasteele, stimuleerde rijksambtenaren en reizigers naar de Oost om ten behoeve van het kabinet te verzamelen. Door verblijf in de handelspost te Deshima hadden dienaren van de V.O.C. toegang tot Japanse objecten. In de eerste helft van de 19de eeuw waren de belangrijkste verzamelaars van 'Japonica': Jan Cock Blomhoff, Johannes van Overmeer Fisscher en Philip Franz Von Siebold. Effert bestudeerde de motieven van de privéverzamelaars, de opkomst van rariteitenkabinetten, de samenstelling van de volkenkundige collecties en de stappen die gezet werden om tot het latere Rijksmuseum te komen. Hij pleit voor een nieuwe visie op de relatie tussen de verzamelaars van etnografisch materiaal in Japan in de eerste helft van de 19de eeuw, en stelt dat de wetenschappelijke bijdragen van Cock Blomhoff en Overmeer Fisscher tot nu toe zeer zijn onderschat.

Publicatiegegevens: Rudolf Effert, Royal Cabinets and Auxiliary Branches. Origins of the National Museum of Ethnology 1816-1883, (Mededelingen van het Rijksmuseum voor Volkenkunde 37), CNWS Publications, Leiden 2008, ISBN 978-90-5789-159-5, 340 pp., € 45,-.